Het WSNP traject

Geplaatst op april 22, 2019

De maatjesavond van 19 maart ging over de Wet Sanering Natuurlijke Personen (WSNP). Dorien Brugman, een maatje die bij de rechtbank werkt, verzorgde de avond. Jessica van Spengen, jarenlang WSNP-rechter in de regio Rotterdam, lichtte toe hoe  SchuldHulpMaatjes goede diensten kunnen leveren. Zo kwam het opstellen van handvatten om de hulpvrager op de WSNP zitting voor te bereiden aan de orde.

Collega maatje Annemarie Breedveld vertelde over haar ervaringen met haar hulpvrager, die na veel moeite toch in de WSNP is gekomen. De omstandigheden van de hulpvrager waren niet eenvoudig voor de toelating. Er was zelfs sprake van het niet nakomen van alle verplichtingen. De rechtbank zou de WSNP tussentijds stoppen. Annemarie sprak over haar bijdrage om de hulpvrager stabiel te houden en de hulpvrager te richten op wat wettelijk nodig is om de WSNP periode positief te kunnen blijven volhouden.

 

Juridische begrippen

Beschermingsmaatregelen

Beschermingsbewind wordt via kantonrechter opgelegd bij mensen die vanwege hun lichamelijke/geestelijke toestand of vanwege problematische schulden of bijvoorbeeld verkwisting, niet goed zelf hun belangen op gebied van financiën kunnen behartigen.

Beschermingsbewind kan worden gevoerd door een familielid of door een professional tegen betaling (circa 150,00 per maand). Vaak wordt de professional betaald door de gemeente uit de Bijzondere Bijstand.

 

Mentorschap

Als iemand niet meer zelf kan beslissen over zijn persoonlijke verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding, kan de kantonrechter op verzoek de beschermingsmaatregel mentorschap instellen.

Een mentor beslist in overleg met de betrokkene over zijn persoonlijke verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding. De mentor mag echter niet beslissen over hoogstpersoonlijke aangelegenheden.

Iemand die door de rechter een mentor krijgt toegewezen, blijft handelingsbekwaam.

 

Curatele

Als iemand niet meer over zijn financiële en persoonlijke zaken kan beslissen of de veiligheid van zichzelf of anderen in gevaar brengt, kan de kantonrechter op verzoek de beschermingsmaatregel curatele instellen.

De kantonrechter spreekt curatele alleen uit als de lichtere beschermingsmaatregelen van bewind en/of mentorschap onvoldoende zijn.

Iemand die onder curatele is gesteld verliest zijn handelingsbekwaamheid en daarmee ook het gezag over minderjarige kinderen. Hij kan niet meer zonder toestemming van de curator zelfstandig rechtshandelingen verrichten, zoals het aangaan van overeenkomsten.

 

Moratorium

Als het minnelijk traject is gestart, kan bij een crisissituatie een verzoek tot Moratorium bij Rechtbank worden aangevraagd. Het moratorium is een juridisch rechtsmiddel, waarmee het de schuldeiser, voor een bepaalde tijd, onmogelijk wordt gemaakt incassomaatregelen op te leggen aan cliënten.

Dit is een soort adempauze. Onder crisissituatie wordt verstaan: uithuisplaatsing, dreiging afsluiten gas, licht en water. Een moratorium vraagt de gemeente aan.

 

Dwangakkoord

Het dwangakkoord is een middel dat onder voorwaarden kan worden ingezet tegen een weigerachtige schuldeiser, die niet akkoord is gegaan met het aangeboden minnelijk voorstel. De gemeente verzoekt de rechter om te beoordelen of de weigerachtige schuldeiser in redelijkheid had mogen weigeren. Door dit te doen, verzoekt men eigenlijk de rechter om deze weigerachtige schuldeiser te dwingen om mee te werken aan het voorgestelde akkoord. Daarom heet het een dwangakkoord.

 

Minnelijk traject

Het minnelijk traject moet altijd worden doorlopen voordat het WNSP-traject start. Dit verloopt via de gemeente. Voordat de gemeente aan de slag gaat, moet je een map met informatie aanleveren. De gemeente probeert met de schuldeisers afspraken te maken. Als de schuldeisers akkoord gaan, start het minnelijk traject van 3 jaar. Na het traject is de schuldenaar schuldenvrij. In het algemeen is het zo dat het minnelijk traject gunstiger is voor de schuldeisers dan het WNSP-traject. Bij de WSNP gaan de kosten (circa € 4000,00) voor de WSNP-bewindvoerder af van de opbrengt voor de schuldeisers.

Het minnelijk traject kan alleen starten als alle schuldeisers akkoord gaan met voorstel van de gemeente.

 

Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen = het niet-minnelijke traject. Hiervoor stuurt de schuldhulpverlener een verzoek naar de rechtbank. Meestal gaat het om schulden die te goeder trouw zijn ontstaan. Als dit niet het geval is, is het mogelijk om toch toelating te krijgen, door zich te beroepen op ‘wending ten goede’.