“Onze hulp vraagt om inlevingsvermogen”

Geplaatst op januari 20, 2021

Interview met Maatjescoördinator Niesje Belder

Al googlend struikelde Niesje Belder twee jaar geleden over SchuldHulpMaatje toen ze iets zocht naast haar werk als Rijksambtenaar. Vanuit haar voorliefde voor getallen wilde ze als vrijwilliger mensen helpen die in de schulden waren gekomen. Aanvankelijk dacht ze met geld en budgetten bezig te gaan, maar dat bleek in de praktijk toch anders te zijn. Drie hulpvragers verder en een taak als Maatjescoördinator rijker, concludeert ze: “Je bent veel meer een luisterend oor en probeert mensen op weg helpen. Geld is ongeveer het laatste waarover het gaat.”

Die twee jaar omschrijft Niesje als haar persoonlijke ontwikkelingsreis. De problematiek van haar eerste hulpvrager was heftig, daarentegen zijn de problemen waarvoor haar huidige hulpvrager bij SchuldHulpMaatje Den Haag aanklopte aanzienlijk eenvoudiger. “Ik ervaar nu geen gesleur om vooruit te komen. In tegenstelling tot mijn eerste hulpvrager die in een psychische en relationele complexiteit verkeerde. Als vrijwilliger voelde ik me gedwongen om afscheid van deze persoon te nemen. Er zijn wel grenzen aan wat ik aan hulp kan bieden, heb ik ervaren. Dat draait dan om het blijven maken van keuzes die niet passen bij de problemen. Daar houdt het voor mij een keer op.”   

Hoe kan dit?

De ervaringen als maatje hebben Niesjes ogen wel geopend. “Ik bemerkte dat ik aanvankelijk niet kon begrijpen hoe iemand keuzes kan maken die lijnrecht ingaan op wat je eigenlijk zou willen. Om daar geen oordeel over te hebben is confronterend en lastig. Je hebt nu eenmaal je eigen referentie en vindt er iets van. Onbevooroordeeld kijken naar iemands situatie, daarin mee moeten gaan, ligt totaal niet in mijn aard. Dat iemand iets anders doet dan ik zou doen in die situatie; die gedachte moet ik echt van me afzetten. Nu ik mensen hun levensverhalen heb horen vertellen en uitdagende gesprekken met ze heb gevoerd, denk ik wel: Oh, oh.. hoe ben je hierin terecht gekomen? Dat roept bij mij ook wel boosheid op over het systeem waarin de overheid, die boete na boete oplegt, soms de grootste schuldeiser is. Het vraagt wel iets van het inlevingsvermogen van een vrijwilliger om deze hulp te kunnen bieden.”

Ontnuchterend

Dat de afgelopen twee jaar Niesje, ondanks haar nuchterheid, niet in de koude kleren is gaan zitten, daarover vertelt ze onomwonden. “Het is ook wel verdrietig wat mensen allemaal meemaken. Als ik dat afzet tegen mijn eigen leven en de zegeningen die ik ervaar, dan word je wel nederig en ben je minder geneigd om te zeuren. Wat heb ik het goed als ambtenaar. Het werkt ontnuchterend om met een andere kant van de samenleving te maken te krijgen.”

Onwil of onkunde

Terugkijkend constateert Niesje dat het eerder onkunde is dan onwil waardoor mensen in de financiële problemen geraken. “Een opeenvolging van ongelukjes, heftige gebeurtenissen in je leven, en ineens zit je aan de grond. Sommige mensen lukt het gewoon niet om een mentale stap te zetten. Het is bekend dat onder de stress over financiële zorgen je IQ daalt. We maken het mensen ook wel erg moeilijk om in die situatie juist te kunnen handelen.”

Intervisie

Coördinatoren kunnen in aanmerking komen voor intervisiebijeenkomsten. Niesje is daar positief over: “In dit werk is intervisie zeer waardevol. Voor mij zou het dan gaan over de vraag: hoe voorkom je dat je de boel van de hulpvrager overneemt? Bij een aanpakker als ik ben gebeurt dat zomaar. Ik wil dingen geregeld hebben. Het tegenovergestelde moet ik leren: geduld opbrengen totdat de hulpvrager zelf in actie komt. Daarover zou ik meer willen uitwisselen. Welke strategieën hebben anderen ervoor? En wanneer is het wel geoorloofd om iets over te nemen? Een van mijn hulpvragers had een spraakprobleem. Daar moest ik gewoon voor instappen, dat ging niet anders. Die heb ik kunnen helpen door namens haar gesprekken met schuldeisers te doen. De problemen moeten wel gewoon opgelost worden. Maar hoe kom je uit zo’n modus?  Dat vraagt erom bij jezelf te denken: het is niet mijn probleem. Het tempo van de hulpvrager bepaalt het tempo van het maatje.”

Vragen stellen

Kunnen loslaten, geen haast hebben zolang de problematiek dat toelaat. Het lukt haar steeds beter “Zolang de deurwaarder nog niet op de stoep staat, is er ruimte voor een afwachtende houding”, stelt Niesje vast. “Van Elmar leerde ik dat je aan de hulpvrager moet vragen: wat wil je van mij? Wat wil je dat ik doe? Wat is jouw plan? Zo’n vraag had ik nog niet eerder gesteld. Dat probeer ik dan toe te passen. Met vallen en opstaan word je er steeds beter in.”

Luisterend oor

Is het contact op afstand vanwege de coronamaatregelen een moeilijkheid? Voor de hulpvrager die Niesje nu begeleidt, speelt dat niet. “Misschien dat het in de beeldvorming over de persoon iets uitmaakt. Daarvoor is het wel belangrijk als je iemand kan ontmoeten. Maar het lukt zo ook prima, via contact op afstand. De hulpvrager is al snel met weinig blij. Ik hoef er alleen maar te zijn, met mijn luisterend oor. Als je zo een traject samen tot een goed einde kan brengen geeft dat een enorme voldoening. Je doet het om de hulpvrager het gevoel te geven weer in control te zijn. Iemand stappen laten zetten en laten ervaren dat hij of zij het zelf kan. Zelfredzaamheid en zelfvertrouwen: als je dat weet te bereiken is het een succes.”

Luistervaardigheid training

Vlak voor de kerstvakantie deed Niesje mee aan de training luistervaardigheid. “We hebben toen de principes geoefend, wat leuk was om te doen. Ik praat makkelijk. Voor je het weet stel ik de vraag, geef het antwoord en ga met het probleem aan de slag. De hulpvrager hoeft dan niets te doen. Dat is niet waar je heen wilt.  Voelen waar de ander behoefte aan heeft, uitvinden wat het echte probleem is. Nieuwsgierig blijven en niet je eigen wereld op de ander projecteren door in te vullen wat er aan de hand is. Dat valt nog niet mee. Wat ik te leren heb? Hoe zet je de ander centraal en hoe ben je zelf aanwezig in het gesprek terwijl je niks zegt. Hoe kan je de ander zichzelf laten zijn en zijn verhaal vertellen. En op je eerste gevoel blijven vertrouwen.”

Wil je ook aan de slag als maatje?
Meld je aan.

Auteur: Ruud Nannes