“Mijn Duitse accent breekt vaak het ijs in gespannen situaties.”
Vlak na zijn pensioen begon er voor Klaus Rüling (64) een nieuw hoofdstuk bij SchuldHulpMaatje. Het werk is compleet anders dan het werk dat hij al die jaren daarvoor bij Unilever deed. “Ik wilde ook graag heel wat anders gaan doen”, vertelt hij enthousiast. Hij heeft meer dan twintig hulpvragers begeleid als SchuldHulpMaatje en is sinds 2018 ook Maatjescoördinator. We spreken met hem over zijn ervaringen en er komen veel verschillende hulpvraag cases voorbij.
Duitse roots
Klaus komt oorspronkelijk uit Duitsland. Inmiddels heeft hij de laatste 22 jaar afwisselend in Nederland en in het buitenland gewoond. In die jaren heeft hij Nederlands geleerd. “Maar het accent gaat niet weg”, vertelt Klaus. Hij werkte onder andere bij Unilever waar hij verschillende managementfuncties heeft bekleed tijdens een internationale loopbaan; financiën, supply chain management, fabrieken sluiten, consolidaties, automatisering en efficiency. In 2016 ging hij met pensioen. Hij woont met zijn vrouw in Den Haag.
Bedrijfsambassadeur
In het begin was hij bedrijfsambassadeur. Het idee was om met een aantal mensen bedrijven in Den Haag te benaderen om donateur te worden van SchuldHulpMaatje. Dat was niet eenvoudig. “Om SchuldHulpMaatje goed te kunnen presenteren bij bedrijven was het nodig dat ik op de hoogte was van wat de organisatie doet. Daarom volgde ik de 3-daagse opleiding tot maatje en ging ik ook mijn eerste hulpvragers begeleiden. Dat was een nieuwe ervaring voor mij”, vertelt hij. “Ik kwam hele andere mensen tegen, dan tijdens mijn carrière.”
Start als coördinator
Sinds anderhalf jaar is hij naast maatje ook coördinator. In de periode daarvoor had hij zo’n twintig hulpvragers begeleid. Met zijn ruime ervaring leek het James een goed idee om Klaus ook te vragen nieuwe maatjes te gaan ondersteunen. Klaus gaat dan met het maatje mee bij de kennismaking met een hulpvrager om, indien nodig, ondersteuning te geven. Zo krijgt hij ook een beeld van de problematiek van de hulpvrager en weet hij of het maatje een goede klik met de hulpvrager heeft.Hij vindt het prachtig om met maatjes samen te werken en hij heeft veel respect voor de jongere maatjes, die tussen de 25 en 35 jaar oud zijn, en naast hun werk een aantal uren per week als vrijwilliger bezig zijn.
Verschillende hulpvragers
In al die jaren heeft hij veel mensen kunnen helpen. De situaties van de hulpvragers zijn zo verschillend. Elke individuele hulpvrager heeft steeds een aanpak op maat nodig. Het voelt goed voor Klaus als het lukt om een hulpvrager te helpen, maar dat lukt helaas niet altijd.
Vrouw met psychische klachten
“Mijn eerste hulpvrager zal ik nooit vergeten”, vertelt hij. “Deze vrouw, met psychische klachten, had hoge schulden. Zij kwam in de financiële problemen doordat zij in de crisis van 2010 haar hypotheek niet meer kon betalen. Haar huis werd verkocht onder de marktwaarde en de hoge restschuld werd door de rente steeds hoger. De schulden werden problematisch, omdat deze nooit zouden kunnen worden betaald.”
“Met haar heb ik een heel jaar lang, iedere week en met heel veel geduld, samengewerkt. De bedoeling was om haar te ondersteunen bij de voorbereiding naar de schuldhulpverlening. Hierna zou de gang naar de rechtbank gezet worden om in de schuldsanering terecht te komen, een traject van 3 jaar om van haar schulden af te kunnen komen.”
Naar moment
“Ik weet het nog goed. De map met alle benodigde documenten was bijna gereed. Er was nog slechts één document nodig. Een overzicht van alle schulden”, zegt hij. Deze map moest twee dagen later worden opgestuurd naar de gemeente. Klaus heeft toen naar het overzicht gekeken, omdat het hem niet geheel duidelijk was. De hulpvrager keek op dat moment naar hem en explodeerde van woede. Dat was de spiegel, dat zij nu wist dat Klaus een precies beeld had van hoe het zat met haar schulden. Ze was zo boos en vertelde klaar te zijn en niet meer met hem te willen samenwerken. Dat was voor hem een nare ervaring, ook omdat zij agressie toonde. Hij erkent dat het zijn fout was: “Ik keek te lang naar het overzicht met schulden, dat was voor de hulpvrager te confronterend.”
Cappuccino op het strand
Om hier even van bij te komen, is hij een cappuccino gaan drinken aan het strand. Hij was helemaal in de veronderstelling dat hij een goede band had met de hulpvrager. “Ik dacht dat zij angst had om de map op te sturen naar de gemeente. Het was voor haar een heel emotioneel moment en dat heb ik niet goed kunnen beoordelen. Dat was een leermoment voor mij. Ik let nu meer op de reactie van hulpvragers.”
Vaderfiguur voor dertigers
Zijn laatste twee hulpvragers waren mannen van rond de 30 jaar. Ze zaten in een neergaande spiraal en hadden geen kracht en geen zin meer. Na een paar maanden samenwerken kwam hun administratie beter op orde. “Misschien kwam het door het leeftijdsverschil, maar ik was zowel hun maatje, als een soort vaderfiguur”, merkt hij op. Tijdens zijn eerste bezoeken aan hulpvragers probeert hij altijd veel te luisteren en vooral geen oordeel te geven. Hij stelt de hulpvragers voor om meer vooruit te kijken, dan terug te blikken.
Schaamte
“Wanneer hulpvragers horen dat ik geen Nederlander ben, is dat een voordeel”, denkt Klaus. Mensen schamen zich vaak voor hun situatie. Hij legt dan vervolgens uit hoe hij zich steeds verbetert met de Nederlandse taal. Mensen corrigeren hem wanneer hij iets niet goed zegt en daarvoor hoeft hij zich niet te schamen. Hij geeft de hulpvrager de ruimte.
Rust te geven
Wat hij ook geleerd heeft in de afgelopen vier jaar is het geven van een bepaalde rust. In de eerste gesprekken ziet hij wat er gedaan kan worden. Maar hij let goed op het tempo van de hulpvrager. Een andere hulpvrager, een jonge man, zit er tijdens de kennismaking doorheen en maakte op Klaus een depressieve indruk. Deze man is zzp’er, verwikkeld in een echtscheiding, heeft een ziek kind én zit in de schulden. We hebben bijna 2 à 3 uur lang met elkaar gesproken. Het eerste waar we dan samen naar moeten kijken, is de stand van de schulden en hoe we de administratie op orde kunnen krijgen. “Waar staan we?”, is dan de belangrijkste vraag.
Uitpuilende brievenbus
“Voor de volgende dag heb ik toen een afspraak gemaakt. De hulpvrager was compleet anders, heel gemotiveerd. Zijn brievenbus puilde uit van de poststukken. Op het hoofdkantoor hebben we deze over meerdere tafels uitgespreid. Hij was heel actief en heeft goed meegewerkt. Hij belde de deurwaarders op voor de laatste stand van zaken. Bijna de hele dag hebben we toen samengewerkt. Voor hem was dat een grote stap voorwaarts.”
Klaus heeft hem ‘n paar dagen later gebeld, en de mogelijkheden besproken om als zzp’er meer inkomsten te halen uit zijn werkzaamheden. Het is hem gelukt om een aantal nieuwe opdrachtgevers te vinden. De volgende stap was richting de gemeente te gaan. In die dagen was Klaus “de vriendelijke vader” voor deze man. De stok achter de deur, maar wel vriendelijk.
Taalbarrière
Bijna een jaar lang heeft hij ook een wat oudere, vriendelijke man begeleid. Eerst hebben ze de financiën gestabiliseerd. Hij had wel schulden, maar niet zo heel hoog als bij zijn eerste hulpvrager. Door zijn naïviteit en onvoldoende controle zijn deze schulden ontstaan. Hij had een creditcard met maximum bestedingslimiet en elders nog een andere creditcard aangevraagd. Een taalbarrière (Spaans) met zijn buitenlandse vrouw speelde mee. Hij sprak haar taal niet goed en andersom sprak zij nauwelijks Nederlands waardoor de communicatie niet goed was.
Samen op stap
Een paar keer is Klaus, met een ander maatje die goed Spaans spreekt, naar de hulpvrager geweest. Hierdoor kon de situatie aan de vrouw beter worden uitgelegd. Dat is het mooie van de organisatie van SchuldHulpMaatje. Als je ergens tegen aanloopt, kun je hulp vragen aan de mensen op kantoor of via BaseCamp. Zo krijg je dan tips en suggesties hoe je verder kan. En het levert leuke samenwerking op!
Samen lachen
Deze man hield iedere maand slechts 50 euro over. Schuldhulpverlening moest wel worden ingezet. Ze spraken af in een buurtcentrum. De sfeer was altijd goed en ze dronken samen een kopje koffie. Samen keken ze telkens goed waarop hij zou kunnen besparen en wat anders kon. Ook hebben ze gesproken met de schuldeisers. “Het was een positieve man waarmee ik veel heb gelachen.” Uiteindelijk kon hij niet in aanmerking komen voor schuldhulpverlening bij de gemeente en is een bewindvoerder ingeschakeld.
Wachtlijst voor hulp
Een goede stap is dat de hulpvrager zich aanmeldt bij ons, door een email te sturen, of te bellen. Na de telefonische intake is het belangrijk dat een maatje zo spoedig mogelijk start. Nu is dat soms pas 4 tot 6 weken na de intake. Als dat niet lukt, dan is het belangrijk om in contact te blijven met de hulpvrager. Tussentijds kan er van alles gebeuren, of is de motivatie weg bij de hulpvrager, maar dat lukt helaas niet altijd door de vele aanmeldingen. Daarom hebben we ook nieuwe aanwas nodig.
Maatjesavonden
Klaus hoopt dat de maatjesavonden weer in de toekomst face-to-face kunnen plaatsvinden in plaats van online. Het is heel belangrijk dat maatjes elkaar onderling leren kennen. Er zijn dan sprekers, van onder andere de gemeente, en dat zorgt ervoor dat het kwalitatief goede bijeenkomsten zijn. De kennis van de maatjes wordt dan opgefrist. Deze avonden worden bezocht door zo’n 20 tot 30 maatjes.
Wat zou je tenslotte tegen alle maatjes willen zeggen?
“Iedere hulpvrager is weer anders. Het is dus belangrijk dat je maatwerk levert. Pas je tempo aan op de hulpvrager. Het doel is dat je samen met de hulpvrager werkt aan de oplossingen. Misschien duurt dit wat langer, maar aan het einde is de zelfredzaamheid van de hulpvrager belangrijk. De bedoeling is dat wij de hulpvrager in het hele proces steunen.”
Auteur: Rob Batelaan