De verhalen van Bouwlust

Geplaatst op februari 19, 2021

Het is 9 uur ‘s morgens en ik loop mee met maatjes Ad en Martin. Vandaag ben ik op bezoek bij het inloopspreekuur in het Wijkcentrum Bouwlust in Escamp. Ik wil eens zien hoe het gaat bij het inloopspreekuur.

Ik ben clean
Meneer komt binnen met een vrolijk gezicht. Hij krijgt namelijk hulp. Het is de tweede afspraak met Ad en Martin en hij krijgt hulp bij zijn toeslagen. “Ik word knettergek van de administratie!”
Martin haalt een kopje koffie voor meneer en we maken een rustig praatje. Meneer geeft aan dat hij verslaafd is aan “alles” maar dat drank de grootste boosdoener is. “Ik ben clean sinds 29 oktober 2011 en kies er nog steeds elke dag voor om niet te drinken.” Hij voegt eraan toe dat hij in één keer alles kan verpesten door weer aan de fles te gaan, daarom noemt hij zichzelf altijd nog ‘verslaafd’.

Les
Ad heeft twee schermen meegenomen, meneer zit achter het ene scherm en Ad kijkt mee op het andere scherm. Ik zie helemaal niets maar kijk als een toeschouwer naar het gesprek tussen maatje en hulpvrager. Het doet me denken aan vroeger toen ik rijles kreeg en Ad is een bijzonder vaardige rijinstructeur. “Als je op dat pijltje klikt rechtsboven, zie je een menuutje, dan klik je op knippen, dan ga je naar ons eigen mapje, dat we net hebben aangemaakt”, spreekt maatje Ad. Zo te zien volgt meneer alle aanwijzingen trouw op.

Toeslagen aanvragen
Meneer vertelt me tussendoor dat het nu beter met hem gaat. Hij is een sponsor en helpt als ervaringsdeskundige andere verslaafden. En nu leert hij ook om toeslagen aan te vragen. Meneer vertelt me dat hij trots is op zijn dochter, die rechten studeert. Ze heeft wel het contact verbroken en hem inmiddels acht maanden niet gesproken, maar dat komt wel weer, zegt hij met een lichte twijfeling in zijn stem.

Succes ermee…
Maatje Hans is ook aangekomen op het inloopspreekuur. Hij heeft het tweede gesprek met zijn hulpvrager. Meneer vindt het goed dat ik aanschuif.
Meneer heeft hartkwalen en suikerziekte. Hij vertelt me dat hij slecht slaapt en daarvoor pillen slikt. Meneer komt van ver, dat is duidelijk. Hij is vijf jaar dakloos geweest.
Hij overhandigt een stevige map met papieren aan maatje Hans. We zien in dit gesprek een andere uitdaging. Meneer schuift de map namelijk door naar maatje Hans. Ik hoor hem denken: “Succes ermee…”

Geachte heer/mevrouw,
We vertellen meneer dat we niet zijn problemen van hem overnemen en we vragen welke stap hij zelf wil zetten. Dit leidt tot enige verbazing, misschien zelfs lichte irritatie. Na wat morren komen we samen tot de conclusie dat het een goede stap is om een brief te schrijven naar de schuldeisers over de laatste stand van de schulden.
“Ik weet niet hoe dat moet, kunnen jullie dat niet doen?” We laten ons wederom niet verleiden en maken er een kleine brainstormsessie van: wat moet er in de brief staan? Schiet maar! Meneer zegt: “Geachte heer/mevrouw,” Nou, dat leek ons een uitstekend begin. En na een beetje sparren komen we toch met een aardige brief.

Bouwlust
Iedere hulpvrager heeft zijn eigen unieke verhaal. Toch zie ik wel terugkerende thema’s. Mensen voor wie het leven anders is gelopen dan gehoopt of die niet uit een warm nest komen. Voor deze mensen is het leven op zich al een hevige strijd. Vechten tegen een alcoholprobleem of je druk moeten maken om een dak boven je hoofd. Het is maar goed dat ze in Bouwlust een maatje hebben om hen te helpen met de schulden.