Naam & Selfie foto | Richard van Diggele |
Maatje sinds | 2018 |
Ik ben verder lekker druk met …. | Mijn werk bij ROC Mondriaan, een mbo-instelling, waar ik mij bezighoud met de bedrijfsvoering rondom de examinering. In Alphen aan den Rijn ben ik nog één keer in de vijf weken actief bij voetbalvereniging Sv ARC. Waar ik voor die tijd in het bestuur zat, ben ik nu gastheer voor de jeugdcommissiekamer. In die rol ontvang ik scheidsrechters en tegenstanders. Ik ben sowieso algemeen geïnteresseerd in sport. Tijdens de pubquiz die pas georganiseerd is door SHM waren de sportvragen wel aan mij besteed. |
1) Welke niet te bedwingen overtuiging, of welk stukje wereldbeeld, verklaart dat ik juist dit vrijwilligerswerk doe bij SHM/JHM?
Via ROC Mondriaan, mijn werkgever, zag ik iets over SHM Den Haag voorbijkomen. Zo werd ik getriggerd dat zo’n organisatie bestaat. Omdat ik een financiële achtergrond heb (ik had een eigen bedrijf in salarisverwerking en financiële administratie), heb ik gekozen om deze weg te bewandelen. Toen ik net begon was het Jong programma in ontwikkeling en ik merkte dat dat meer in mijn straatje ligt, qua doelgroep. Mensen die aan het begin van hun leven met een enorme schuldenberg opgezadeld zitten, wil ik helpen een gezonde toekomst zonder schulden op te bouwen en met een ordentelijke financiële huishouding. Eén op de vier jongeren heeft in mindere of meerdere maten schulden. Dat is zorgelijk. Er is overigens geen direct verband tussen dat ik voor ROC Mondriaan werk en dat ik me nu inzet bij SchuldHulpMaatje Jong. Ik had eerder een opdracht voor deze onderwijsinstelling gedaan en vond het een leuke organisatie. Na de verkoop van mijn bedrijf heb ik daar gesolliciteerd. Bij de tweede vacature was het raak. In mijn werk heb ik alleen contact met studenten als er vragen zijn rondom examineren en als er dingen niet lekker lopen en ik voor een student iets anders moet regelen. Er zijn inmiddels hechte contacten tussen ROC Mondriaan en SchuldHulpMaatje. Zo hebben medewerkers van de “school voor entree”, een schakeltraject voor (voormalige) schoolgaanden die op het vmbo/vo geen diploma hebben kunnen behalen, een spel ontworpen dat leert omgaan met geld. Op school is het hebben van schulden nog een taboe onder studenten. Er wordt niet openlijk over gesproken. Dat een student schulden heeft komt vaak pas laat naar boven. Maatschappelijk werkers zijn vertrouwenspersonen en schoolgeld wordt vaak toch als een van de eerste dingen wel betaald. Anders heeft de school het meteen door en komt de student met schulden bovendrijven en dat wil deze student niet.
2) Wat zouden mijn hulpvragers geheid over mij (als hun gemeenschappelijke maatje) zeggen, mochten ze een keer met elkaar een Haags bakkie doen?
Richard is iemand met kennis van zaken, die alles in begrijpbare taal uitlegt. Tevens levert hij maatwerk. Hij zorgt voor zinvol persoonlijk contact, dus niet zoals het digitale doolhof van instanties. Ja, het klopt wel dat dit misschien wat zakelijk klinkt, maar zo sta ik er ook wel in. Dit is niet voor de lol. Je bent met serieuze dingen bezig. Het gaat om geld. Ik wil geen los-vaste adviezen geven. Ik vind dat je dat enigszins zakelijk moet behandelen, ook naar schuldeisers toe. Inzet van creativiteit houdt ergens op, als dingen in lijn moeten zijn met de regels die zijn opgesteld. Dat had ik ook in het salarisadministratievak en deze lijn trek ik ook door in mijn aanpak als maatje. Ik wil mensen uit een doolhof halen en ervoor zorgen dat ze niet verzuipen in de huidige wet- en regelgeving. Ik probeer het wel samen met de hulpvrager op te pakken. Ik wil de kloof tussen met name de overheid en de hulpvrager verkleinen, in begrijpelijke taal. Ik houd er niet van dat je elkaar 30 minuten spreekt maar eigenlijk niets zegt. “Gelul in de ruimte” wil ik voorkomen. Ik hanteer altijd dezelfde werkwijze. Als je begint, breng je de inkomsten, uitgaven en schulden in kaart en samen kijk je welke schulden de hoogste prioriteit hebben. De volgende stap is contact leggen met de schuldeisers, etc. Zo is het ons ook geleerd in de cursus, maar het is ook logisch om deze volgorde aan te houden. Ik krijg wel eens te horen van collega’s en ook wel indirect via mijn hulpvrager dat ik te snel wil gaan en denk in oplossingen. Mensen zitten soms nog in de beginfase, terwijl ik al stappen verder denk. Dat wordt niet altijd in dank afgenomen. “Je denkt voor mij”, zeggen ze dan. Die reactie begrijp ik wel, want het is natuurlijk ook iets van de ander, waar we mee bezig zijn. Ik ben me ervan bewust, maar als het te langzaam gaat, kan ik toch wel geïrriteerd raken en wat drammerig worden.
3) Had ik een aanname/verwachting toen ik begon als maatje, waarop ik toch echt heb moeten terugkomen? Welke is dat en waarom?
Nee, niet echt, alhoewel de hulpvraagtrajecten niet altijd naar tevredenheid kunnen worden afgesloten. Dat komt met name omdat er dan geen contact meer is met de hulpvrager. Ze geven taal noch teken. Ik heb dit vaak met Juliëtte (coördinator Jong) besproken. Hoewel het blijkbaar een beetje hoort bij de doelgroep, moet ik hier wel aan wennen. Je vraagt je af wat is er aan de hand? Je weet het eigenlijk niet en zou dit wel willen weten om daar dan je voordeel mee te doen.
4) Welke “levensles” heeft een hulpvrager mij geleerd?
Ik vind dit een lastige vraag om te beantwoorden. Kom ik door mijn wat zakelijke aanpak niet toe aan gesprekken waarin meer persoonlijke dingen gedeeld worden? Dat zou kunnen, maar tijdens het traject met een jongere dat wel goed is afgesloten, heb ik op een gegeven moment wel goede gesprekken gehad. Het gesprek kwam erop dat hij ook niet meer naar school ging en zijn werk in de soep lag. Daar hebben we toen ook samen aan gewerkt. Hij is naar het ROC gegaan waar we beroepsopleidingen aanbieden. Hij zat klem en we hadden een klik. Er was vertrouwen en hij wilde meer delen.
5) Maak ik ook wel genoeg plezier / lol gemaakt voor en met de hulpvrager?
Zet ik humor bewust in? Nee, het is meer andersom; de lol komt meer vanuit de hulpvrager. Ik breng de soms ingewikkelde materie wel met een kwinkslag, gebruik metaforen of haal voorbeelden aan. Dan kun je het beste de aandacht van de hulpvrager vasthouden. Onderdeel van mijn aanpak is dat ik de dingen, dus ook ons contact, praktisch probeer op te delen. Ik zeg ook van tevoren wat mijn plan is om te bespreken en vraag om eigen input van de hulpvrager. Ik deel het contact/plan op in tijdsdelen, houd de tijd in de gaten en zeg dingen als “we gaan zo afronden en dan naar het volgende onderwerp”. Mensen hebben een bepaalde spanningsboog. Als je te lang over een onderwerp praat zwakt de aandacht af. Dat zie je ook in het onderwijs. Ik heb het ook met docenten hierover. Ik maak wel mee dat de hulpvrager lollig wordt bij boetes die door eigen stommiteit komen. Ze moeten erom lachen. Daar kon ik eerst niet zoveel mee.
6) Hoe zorg ik er zelf voor dat ik als maatje met een frisse blik blijf kijken naar mijn hulpvrager? En wat heb ik vanuit de SHM-organisatie nodig om dit te stimuleren?
Wat mij een frisse blik geeft, is de wil van de hulpvrager om zijn of haar problemen op te lossen en de vooruitgang die bereikt wordt. Zoals het voorbeeld van die jongen die weer een opleiding is gaan doen en die het meer dan gelukt is zijn schuldenberg weer onder controle te krijgen en snel ook. Hij heeft zijn oude werk weer opgepakt nu het weer in zijn ritme past. Betekent het dat als ik geen vooruitgang zie minder makkelijk een frisse blik kan houden? Zeker, want ik wil wel resultaat zien en in een bepaald tempo. Als ik persoonlijk vind dat het te langzaam gaat, moet ik hier vooral zelf anders mee omgaan, maar los daarvan wil ik uiteindelijk wel resultaat zien. Ik ben verrast en sta heel positief tegenover het uitgebreide palet dat er momenteel aangeboden wordt vanuit SchuldHulpMaatje voor maatjes. Je moet het maar voor elkaar krijgen om steeds leuke gastsprekers en iets nieuws aan te bieden. Ook de droge kost van de regels wordt op een leuke manier gebracht. Anderhalve maand terug was er een deurwaarder die een gastles gaf. Deurwaarders hebben een stoffig imago, maar die dames van Flanderijn presenteerden alles op een heel leuke, praktische manier en boven verwachting.
7) Wat vertel jij als eerste als iemand je vraagt naar je werk als schuldhulpmaatje?
Ik vertel hoe de organisatie in elkaar zit, wat de verschillende activiteiten zijn, dat er specialismes zijn waarbinnen mensen hun taken uitvoeren en ik noem wel eens een anoniem voorbeeld waarbij het goed gelopen is, zoals bij die jongen. Van mij hoor je niet wat er niet goed loopt, dat deel ik niet met buitenwereld.
8) Ik vraag me af hoe het komt dat de overheid zo tekortschiet in het bieden van praktische oplossingen en het doen van een handreiking om schulden te verminderen i.p.v. deze te laten oplopen. Wat zou ik als maatje kunnen doen om de rol van de overheid te beïnvloeden en verbeteren?
Wetgeving wordt bijna nooit getoetst aan de praktijk. Tevens zijn er vaak meerdere instanties bij de hulpvrager betrokken zonder dat die instanties met elkaar communiceren. Met andere woorden hoe goed alles ook wordt bedoeld, de aanvliegroute is niet goed. Wat zou ik als maatje kunnen doen om de rol van de overheid/instanties te beïnvloeden? Dat is juist het probleem, deze laten zich vaak niet beïnvloeden. Daarom zou ik niet in een ambtenarenorganisatie kunnen werken. De Belastingdienst, heus ze doen interessante dingen, maar ik zou er niet kunnen aarden. In begin van mijn loopbaan werkte ik voor het Gemeenschappelijk Administratie Kantoor (GAK), wat nu het UWV is. Dat heb ik niet lang volgehouden. Ik liep tegen de stroperigheid aan, moest langs te veel kanalen om iets voor elkaar te krijgen. Veranderingen, ideeën die je aandraagt, je komt er niet doorheen. De theorie en de praktijk staan ver van elkaar af. Dat heb ik daar al ervaren. Ik ben niet zo hoopvol. Neem de Belastingtelefoon, je kan drie keer dezelfde vraag stellen, maar je krijgt drie keer een ander antwoord. Ook met de toeslagenaffaire die ik heb gevolgd, er wordt geen lering uit getrokken.
SHM Den Haag is echter een van de grotere SHM-organisaties in Nederland. De organisatie kan als collectief wel een grotere vuist maken. Ze kan dingen op de kaart zetten, bijvoorbeeld aangaande het incassotraject of de zorgverzekeringsboete die gewoon niet werkt. Ik ben eigenlijk wel benieuwd of hierin door de SHM-organisatie al iets wordt ondernomen.
9) Wat merk ik bij mezelf aan gedragsverandering(en) sinds ik bij SchuldHulpMaatje actief ben?
Dit is voor mij ook een lastige vraag om te beantwoorden, want ik zit zelf niet in die situatie. Ik kan er dus niet goed een voorstelling van maken hoe het is om zelf in de schulden te zitten. Ik denk in elk geval nu niet meer na bij hoe ik geld uitgeef. Geld over de balk smijten deed ik al niet. Toen een ander maatje vertelde dat hij eerder zelf in zo’n situatie zat, kwam dat wel binnen.
10) Heb ik inmiddels al een goed idee of zelfs conclusie getrokken over wat de belangrijkste oorzaken zijn waardoor mijn hulpvragers in de schulden zijn beland? En besteed ik voldoende aandacht aan deze oorzaken in onze gesprekken?
Dit onderwerp komt vaak tijdens de inleiding van het eerste gesprek aan de orde. Ik stuur daar wel op aan, dat ik te weten kom uit welke hoek de schulden komen. Het maakt verschil of het komt door schulden bij de Belastingdienst of door schulden bij Wehkamp. De ene partij is schappelijker dan de ander als het gaat om het treffen van een betalingsregeling. Ook is het belangrijk te weten of er een partner in het spel is en/of kinderen. Zij hebben invloed op de verdeling van geld.
11) Welke andere vraag mag zeker niet ontbreken in de volgende selfie reflectie rubriek?
Deze vraag hoort bij de categorie “moeilijke vragen” in de Maatjes Selfie Reflectie Rubriek. Ik vind het lastig om te verwoorden. Net zoals bij een sollicitatiegesprek “waar ben je goed in? ”…geen idee. Ik zou daarom graag vraag 9 de volgende keer terug willen zien en ik ben benieuwd wat andere maatjes hierop zullen antwoorden.