Naam & Selfie foto | John Pelle |
Maatje sinds 2021 | en coördinator Moneyfit sinds 2021 |
Ik ben verder lekker druk met …. | cultuur (we hebben abonnementen op muziek, opera, ballet en toneel), penningmeesterfunctie in het bestuur Hofje van Wouw en het geven van trainingen voor SchuldHulpMaatje Nederland. |
1) Welke niet te bedwingen overtuiging, of welk stukje wereldbeeld, verklaart dat ik juist dit vrijwilligerswerk doe bij SHM/JHM?
Tot de zomer van 2021 ben ik advocaat geweest in Den Haag. Ik ben een zogenaamde Mammoetwet stapelaar. Via mavo, havo, atheneum en de universiteit ben ik uiteindelijk in de advocatuur terechtgekomen. Ik heb veel aan de maatschappij te danken en heb het goed. Dat geldt voor veel mensen helaas niet. Ik vind dat ik nu wat terug moet doen. Daar komt bij dat ik jarenlang curator in faillissementen ben geweest. De schuldenproblemen en wat dat met je doet, heb ik van nabij meegemaakt. Mijn taak was saneren. Voor de mensen zelf kon ik weinig doen. Als SchuldHulpMaatje kan ik dat wel.
2) Wat zouden mijn hulpvragers (of maatjes) geheid over mij (als hun gemeenschappelijke maatje) zeggen, mochten ze een keer met elkaar een Haags bakkie doen?
Dat ik rustig, vriendelijk en heel enthousiast ben. Hulpvragers maken, merk ik, makkelijk contact met mij en vertrouwen mij vrij snel. Maatjes met vragen of problemen blijven daar niet mee zitten. Ze bellen mij direct.
3) Had ik een aanname/verwachting toen ik begon als maatje / coördinator Moneyfit, waarop ik toch echt heb moeten terugkomen? Welke is dat en waarom?
Als advocaat heb ik jeugdrechtzaken behandeld. Met de problemen van jongeren was ik dus bekend. Toen ik bij SHM begon dacht ik dat de jongere hulpvrager bij SHM aanklopte met kleine schulden, bijvoorbeeld telefoonkosten. Maar de jongeren die ik zie op de intake van SHM hebben met heftige problemen te maken. Schulden komen zelden alleen. Jongeren met enorme DUO schulden, ernstige depressiviteit en geen werk. Soms zwerven ze op straat met een daklozenuitkering. Daar ben ik wel van geschrokken. Het is voor SHM een hele uitdaging om deze groep te bereiken, hun vertrouwen te winnen en passende oplossingen te bieden. Het is daarom goed dat SHM samenwerking zoekt met andere instanties die jongeren helpen.
4) Welke “levensles” heeft een hulpvrager mij geleerd?
Met veel moeite heb ik met een hulpvrager een schuldenregeling tot stand gebracht. Deze regeling kon hij op een gegeven moment niet meer nakomen, omdat er een nieuwe schuld was ontstaan. Eerst was ik daar geïrriteerd over, tot dat de hulpvrager mij uitlegde dat hij geld aan zijn broer moest uitlenen. Hij vertelde mij dat je in zijn cultuur een familielid nooit in de kou mag laten staan. De geleerde les: niet te snel oordelen en houd rekening met cultuurverschillen.
5) Maak ik ook wel genoeg plezier / lol gemaakt voor en met de hulpvrager?
Voor een jonge hulpvrager was ik een soort vaderfiguur en dat werkte goed. Grappig genoeg kon hij mij geen ‘John’ noemen. Daarvoor was ik in zijn ogen te oud. Maar ‘meneer’ kon hij ook niet zeggen. Dat was te afstandelijk. Zelf had hij de oplossing bedacht om mij ‘meneer John’ te noemen. Bij elk contact moesten we daar beide altijd weer hard om lachen.
6) Hoe zorg ik er zelf voor dat ik als coördinator met een frisse blik blijf kijken naar hulpvragers en maatjes? En wat heb ik vanuit de SHM-organisatie nodig om dit te stimuleren?
Sinds een paar maanden ben ik ook landelijk trainer ‘Basiscursus SchuldHulpMaatje dag 2’.
Per maand geef ik gemiddeld twee trainingen. De vele vragen die ik krijg tijdens de trainingen houden mij scherp. Ik heb regelmatig contact met SchuldHulpMaatje Nederland over nieuwe ontwikkelingen. Nieuwe maatjes zijn vaak jonge mensen met een drukke baan. Met de beperkte tijd die zij hebben zetten zij zich toch in als SchuldHulpMaatje. Daar word ik heel blij van en het geeft mij energie.
7) Wat vertel jij als eerste als iemand je vraagt naar je werk als SchuldHulpMaatje?
Dat het werk heel leuk, gevarieerd, nuttig en noodzakelijk is. Met het werk kom je uit je eigen bubbel. Dat het niet alleen om de schulden gaat, maar dat je werkt aan zelfredzaamheid van de hulpvrager, om uiteindelijk een duurzame oplossing te bereiken. Ook vertel ik dat ik in korte tijd veel bijzondere en aardige mensen heb leren kennen en dankbare hulpvragers ben tegengekomen.
8) Wat merk ik bij mezelf aan gedragsverandering(en) sinds ik bij SchuldHulpMaatje actief ben?
Met mijn achtergrond als advocaat/curator ging ik ervan uit dat de nadruk lag op het werken met getallen, maar dat had ik mis. Het belangrijkste is vooral dat je luistert naar de hulpvrager en bereikbaar bent. Van veel hulpvragers krijg ik te horen dat ik de eerste ben die naar ze luistert. Vaak hebben ze al met hulpverleners te maken gehad. Die hebben over het algemeen weinig tijd en geduld en komen direct met voorstellen en oplossingen. Dat gedrag had ik ook vaak als advocaat, maar intussen heb ik geleerd dat dat niet goed werkt bij hulpvragers. Ik luister nu veel meer, beter en ben geduldiger. Dat doe ik niet alleen bij hulpvragers en maatjes, maar ook bij anderen.
9) Hoe bewerkstellig en stimuleer ik bij hulpvragers een duurzaam financieel herstel?
Bij problemen en vragen leg ik altijd aan de hulpvrager voor “hoe zou jij het oplossen” of “wat denk je zelf?” Niet mijn brein maar dat van de hulpvrager moet werken. Verder geef ik steeds de gevolgen en consequenties van bepaalde keuzes aan en laat ik zo de hulpvrager zelf de beslissingen nemen. Dan krijgt de hulpvrager zelfvertrouwen. Als de hulvrager zelf stappen gaat maken, worden we daar allebei blij van.
10) Hoe heb ik de praktijk na de SHV-basistraining ervaren en wat heb ik gemist?
Met nieuwsbrieven, Basecamp berichten, maatjes- en intervisieavonden doet SHM heel veel om de maatjes te helpen en te ondersteunen. Tijdens de trainingen die ik geef, moet ik vaak zeggen dat veel regelingen lokaal verschillen en per gemeente anders kunnen zijn. Het tempo van nieuwe en gewijzigde regelingen waar maatjes mee te maken hebben neemt de laatste tijd flink toe. Het is best lastig voor de maatjes om dat bij te houden. Op SINC is er de OLO (Online leeromgeving), maar ik merk dat er grote behoefte bestaat aan specifieke Haagse informatie. Ik ben er een voorstander van dat als vervolg op de basistraining jaarlijks of tweejaarlijks, door SHM Den Haag een bijscholingsbijeenkomst van een dag of dagdeel met casusbesprekingen wordt gegeven, waarbij aandacht wordt besteed aan nieuwe regelingen en ontwikkelingen en dan vooral regelingen op lokaal niveau. Instanties zoals de GKB en de Gemeente Den Haag zouden een deel van de bijeenkomst kunnen invullen door bijvoorbeeld te komen praten over de laatste ontwikkelingen bij de schuldsanering en schuldhulpverlening, bijzondere regelingen, sociale fondsen e.d. Na zo’n training zijn de maatjes weer helemaal bij en dat leidt tot kwaliteitsverbetering. Dat is in het belang van de maatjes en de hulpvragers.
11) Wat moet er gebeuren (of juist niet), wil ik dit vrijwilligerswerk over 3 jaar nog doen?
Gezond blijven.
12) Welke andere vraag mag zeker niet ontbreken in de volgende selfie reflectie rubriek?
De afgelopen tijd is, terecht, veel aandacht besteed aan psychische kwetsbaarheid bij hulpvragers. Maar hoe zit het met de maatjes? Hoe gaan zij om met de soms heftige situaties bij hun hulpvrager? Tijdens de trainingen deel ik ’s-middags snoep (mini’s) uit met de boodschap, zorg goed voor je hulpvrager, maar zorg ook jezelf. De vraag die ik daarom wil inbrengen in de Selfie Reflectie Rubriek is: “Hoe zorg ik goed voor mezelf en hoe zorg ik ervoor dat de problemen van de hulpvrager niet mijn problemen worden?”