
An
‘Al mijn hulpvragers waren zeer verschillende ervaringen qua traject, persoonlijkheid, de (culturele) achtergrond en de bereidheid van de hulpvrager zich in te spannen," aldus An. Ze liet dit creatieve plaatje maken met tips: wees een OEN, gebruik LSD, laat je OMA thuis en gebruik NIVEA.
Welke niet te bedwingen overtuiging, of welk stukje wereldbeeld, verklaart dat ik juist dit vrijwilligerswerk doe bij SHM/JHM?
Ik heb me van jongs af aan door mijn directe (privé en zakelijke) omgeving gesteund gevoeld, mezelf op meerdere terreinen kunnen ontwikkelen en om verantwoordelijkheid te nemen. Ik ben me in de loop van de jaren steeds bewuster geworden dat anderen minder geluk hebben qua opleidingsmogelijkheden, steun uit de directe omgeving, financieel, dan weer qua gezondheid of relatie. Niet iedereen heeft de kracht en de tools in zichzelf of zijn omgeving om een goede (uit)weg te vinden in dergelijke moeilijke omstandigheden. Zodra voor mij de tijd daarvoor rijp was, heb ik me aangemeld bij B&M en PUM en sinds het voorjaar 2019 ben ik actief bij SHM Den Haag.
Bij SHM ben ik terechtgekomen via een omweg. In mijn mediationpraktijk speelden bij scheidingszaken financiën regelmatig een rol. Dat triggerde mij te beginnen bij ’t Gilde, een organisatie met dezelfde soort activiteiten als SHM, maar de organisatie paste niet bij mij. Online vond ik SHM als een beter alternatief.
Wat zouden mijn hulpvragers geheid over mij (als hun gemeenschappelijke maatje) zeggen, mochten ze een keer met elkaar een Haags bakkie doen?
An is betrouwbaar, betrokken, open, begripvol en vriendelijk. Ze is voor mij een constante factor, waar bij instanties de wisseling van contactpersonen soms moeilijk te verteren is. An behoudt het overzicht, legt in andere woorden uit wat er gevraagd wordt in brieven. Ze laat me nadenken over de gevolgen van bepaalde keuzes die gemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld wat het betekent als mijn partner voor een aantal uren gaat werken. Ook bewaakt An grenzen, die van mij als hulpvrager en die van haarzelf als maatje.
Had ik een aanname/verwachting toen ik begon als maatje, waarop ik toch echt heb moeten terugkomen? Welke is dat en waarom?
Ik had de hoop/verwachting dat er bij de lokale overheid en instanties als zorgverzekeraars, de Belastingdienst, woningcorporaties, energiebedrijven, qua beleid en uitvoerende medewerkers meer continuïteit zou zijn. Helaas blijkt de realiteit anders. Zo is er bij Schuldhulpverlening vanuit de gemeente Den Haag een frequente wisseling van contactpersoon. Buiten de schuld van de hulpvrager levert dit vertraging op en onduidelijkheid of de gemeente het dossier compleet heeft of wacht op stukken die al eerder zijn aangeleverd. De voortgang en kwaliteit van het proces is sterk afhankelijk van de personele bezetting bij de gemeente Den Haag. Hetzelfde geldt voor de Belastingdienst, zorgverzekeraars, enzovoort.
Welke “levensles” heeft een hulpvrager mij geleerd?
In Nederland hoor ik regelmatig op straat en in de (sociale) media de overtuiging dat de Nederlanders van buitenlandse komaf heel goed de weg weten naar allerlei instanties, uitkeringen, subsidies enz. Voor een deel zal dat misschien wel kloppen. Maar er is best wat voor nodig om stand te houden met al die bureaucratie bij de overheid, zorgverzekeraars, woningcorporaties, energiebedrijven en hun afvinklijstjes. Mensen vergeten zichzelf de vraag te stellen: “Hoe zou ’t voor mij zijn als ik vanuit het land waarin ik ben opgegroeid en mij thuis voel, in een volkomen vreemd land terechtkom waarvan ik de wet- en regelgeving niet ken, de normen, waarden, gebruiken, de taal nog moet leren en ik maar moet zien hoe lang mijn (nieuwe) omgeving begrip weet op te brengen voor mijn situatie?”
Maak ik ook wel plezier / lol voor en met de hulpvrager?
Lol maken is voor mij geen doel op zich. Maar als ik terugkijk op hulpvraagtrajecten is er altijd wel een moment van ontspanning of een situatie geweest waarover we samen in de lach schoten. Ik probeer vooral aan te sluiten bij hoe de hulpvrager zich op dat moment voelt. Dat kan zowel met een lach als een traan zijn.
Hoe zorg ik er zelf voor dat ik als maatje met een frisse blik blijf kijken naar mijn hulpvrager? En wat heb ik vanuit de SHM-organisatie nodig om dit te stimuleren?
Tot nu toe ben ik bij zes verschillende hulpvragers betrokken geweest. Het waren zeer verschillende ervaringen qua traject, persoonlijkheid, de (culturele) achtergrond en de bereidheid van de hulpvrager zich in te spannen. Ik ben ervan overtuigd dat ik nog niet de helft ervaren heb van wat er allemaal kan spelen en ik laat me verrassen. Dat houdt me fris.
Wat vertel jij als eerste als iemand je vraagt naar je werk als schuldhulpmaatje?
Dat ik blij ben dat ik dit vrijwilligerswerk mag en kan doen, dat ik daarmee verbonden blijf met vaak onderbelichte en daarmee onbekende delen van de Nederlandse maatschappij. Dat ik hoop zodanig het verschil te kunnen maken dat hulpvragers na verloop van tijd hun leven zelf weer helemaal kunnen oppakken en invullen zoals ze graag zouden willen.
Hoe bewerkstellig en stimuleer ik bij mijn hulpvrager een duurzaam financieel herstel?
Tot nu toe heb ik bij een hulpvrager, deze zit nu nog in het WSNP-traject, in goed overleg mijn inzet als maatje beëindigd. Diegene was vanaf het begin goed gemotiveerd, bewees goed in- en overzicht te hebben en kon ook terugvallen op een mooi netwerk om mee te sparren. Bij een andere hulpvrager heb ik geprobeerd haar partner te betrekken zodat verantwoordelijkheid en taken geleidelijk aan fiftyfifty gedeeld worden.
Welke andere vraag mag zeker niet ontbreken in de volgende selfie reflectie rubriek?
Hoe heb ik de praktijk na de SHV basistraining ervaren en wat heb ik gemist?
Als ik zelf terugblik had ik meer aandacht voor de gemeente, woningcorporaties en de Belastingdienst nuttig gevonden. Zij blijken vaak de grootste schuldeisers. Ook zou ik het goed vinden als er in de cursus een dagdeel besteed wordt aan culturele diversiteit, hoe dat een rol kan spelen in een schuldhulptraject en hoe hiermee om te gaan.