SchuldHulpMaatje start maatjestraining over laaggeletterdheid

Geplaatst op 28 september 2021

8 september 2021 was het Internationale dag tegen Ongeletterdheid, de dag erna vertelt Rebecca van Bodegom, een enthousiast maatje en klankbord, over haar visie op laaggeletterdheid: “Aandacht voor laaggeletterdheid is heel belangrijk. Wereldwijd, in Nederland, maar juist ook in Den Haag. In onze stad heeft 1 op de 4 mensen moeite met lezen en schrijven.”
Samen met projectcoördinator laaggeletterdheid Heleen Rijkens en directeur Elmar Hommes bedacht ze het programma om maatjes te trainen in het herkennen en begeleiden van laaggeletterde schuldhulpvragers. We blijven schuldhulpmaatje met de extra toerusting dat we binnenkort ook laaggeletterde hulpvragers kunnen helpen. We worden geen taalcoaches. Het programma start deze herfst.

“Wist je dat kinderen tot een jaar of 7 heel makkelijk een (nieuwe) taal leren?”, begint ze haar verhaal. “Jong geleerd is oud gedaan. Taal goed beheersen geeft je direct een voorsprong, dat werkt door in je werk, je inkomen, het opvoeden van kinderen en ook in geldzaken. Van een goede taalbasis heb je heel je leven plezier. Op latere leeftijd moet je er meer moeite voor doen, maar ook dat loont.”

Wat heb jij zelf met taal?

“Als orthopedagoog heb ik met kinderen met een taalontwikkelingsstoornis te maken. Alle ‘ortho’s’ werken aan ontwikkeling die scheefgelopen is weer recht maken. Zo werkt een orthopeed aan verbetering van voeten en de orthodontist aan verbetering van tanden. Ik richt mij op de verbetering van opvoeding en (taal)ontwikkelingsproblemen van (jonge) kinderen. Ik heb een coördinerende rol en voer intakegesprekken met ouders van peuters. Als er een vermoeden is van een taallontwikkelingsstoornis, bijvoorbeeld peuters die niet praten, gaan we direct aan de slag. Ik merk dat we door vroegsignalering bij deze groep kinderen vaak snel kunnen werken aan het verbeteren van hun toekomstperspectief. Ook ouderen die niet taalvaardig zijn, en mede daardoor in de schuld zitten, gun ik hoop op een betere toekomst.”

Wanneer ben je laaggeletterd?

Laaggeletterdheid betekent dat iemand moeite heeft met lezen en schrijven, maar ook met het opzoeken en gebruiken van (digitale) informatie op computers en telefoon. Een volwassene die laaggeletterd is, is geen analfabeet. Een laaggeletterde kan wel lezen en schrijven, alleen niet goed genoeg om helemaal mee te doen in de samenleving.

Laaggeletterdheid in Den Haag

Volgens raadsinformatie is in Den Haag is circa 24% van de volwassen laaggeletterd, dat is beduidend hoger dan het landelijk gemiddelde (12%). Daarnaast zijn de verschillen in de percentages laaggeletterden tussen de stadsdelen in Den Haag groot. In de drie stadsdelen Escamp, Laak en Centrum is het percentage laaggeletterden het hoogst (respectievelijk 38%, 50% en 34%). Het gaat in deze stadsdelen ook om gezinnen met multiproblematiek op het gebied van taalachterstand, armoede, opvoeding en schulden.

Bron: Den Haag in cijfers.

Minder taalvaardig, meer kans op schulden

Uit onderzoek blijkt dat mensen die moeite hebben met lezen en rekenen oververtegenwoordigd zijn in de schuldhulpverlening. Mensen met schulden komen vaak in de problemen met het beheren van hun administratie vanwege onvoldoende taalbeheersing. Lees ook de bijdrage van onderzoeker Martijn Keizer.

Hoe signaleer je nu dat iemand iets niet of niet goed kan?

“Mensen die analfabeet zijn, zijn vaak kampioen omzeilen, is mijn ervaring.” Ze vinden het niet prettig om hierover te praten en hebben allerlei foefjes ontwikkeld om zelf niet te hoeven lezen en schrijven. Bijvoorbeeld:

Lees foefjes…

  • Wil jij dat voor mij voorlezen?
  • Ik heb mijn bril niet bij me
  • Dit handschrift is onleesbaar

Schrijf foefjes

  • Ik vul thuis dat formulier wel in
  • Ik schrijf slordig, wil jij helpen?
  • Geen hoofdletters, punten of komma’s gebruiken

Opzoekvaardigheden

  • Ik ben niet zo handig met computers
  • Hoe werkt dit internetpagina/mailprogramma nu
  • Ik heb geen emailadres

Overigens gaat het niet alleen om taal, maar ook met rekenen en klokkijken. “Ik sprak pas met iemand af om 16.00 uur. Ze kwam een uur te vroeg in de veronderstelling dat ze precies op tijd was. Te laat of te vroeg komen is ook een kenmerk.”

Hoeveel moet je begrijpen van taal om je financiën op orde te hebben?

“Best veel”, denkt Rebecca. “In het programma gaan we maatjes zelf laten ervaren hoe veel je moet weten van mondelinge taal. Wat als je taal niet begrijpt? Hoe communiceer je dan met iemand? Hoe organiseer je je geld? Wat gebeurt er dan met je?”


Wat kunnen de Haagse maatjes verwachten van het trainingsprogramma?

“Doel van het programma is dat we laaggeletterde hulpvragers net zo goed gaan begeleiden als niet niet laaggeletterde hulpvragers. We zetten eerst in op bewustwording. Hoe is het om laaggeletterd te zijn en schulden te hebben in Nederland? Daarna gaan we maatjes trainen in het herkennen en begeleiden. Hoe herken je laaggeletterdheid bij een hulpvrager met schulden en wat dat betekent voor de begeleiding? Er komen 2 workshops (o.a. met Martijn Keizer). Ook willen we de banden met andere Haagse organisatie die hiermee bezig zijn aanhalen en hun uitnodigen samenwerking op te zoeken. Het programma loopt in 2021/2022. In de volgende nieuwsbrieven zullen we het onderwerp geregeld terug laten komen door interviews met maatjes en partners.”

Verder lezen over laaggeletterdheid:

  • Stichting Lezen & Schrijven gaat in op het belang van herkennen en begeleiden van laaggeletteerden.
  • Stichting Doe Weer Mee is een ketenpartner waar maatjes naar door kunnen verwijzen als hulpvragers een cursus zoeken om beter te leren lezen, schrijven of rekenen.
  • Via schulddienstverlening kan doorverwezen worden naar een taaltraject. Het Expertisecentrum ETV.nl ontwikkelt een online cursusprogramma over budgetteren voor laagopgeleide en laaggeletterde volwassenen.
  • Factsheetrapportage over regionale laaggeletterheid in Den Haag ontwikkeld in opdracht van Gemeente Den Haag. 

Lezen is niet begrijpen: de invloed van beperkte leesvaardigheid op het omgaan met financiële problemen

Geplaatst op 28 september 2021

Dit artikel is een bijdrage van Martijn Keizer, onderzoeker consumentengedrag aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Martijn Keizer

Een paar jaar geleden kreeg ik bij een overleg met een groep klantmanagers bij een schuldhulpverlener de vraag of er wetenschappelijk onderzoek was naar het verband tussen leesvaardigheid en financiële problemen. Ik ging op zoek, maar kon maar weinig bruikbare informatie vinden. Dat vonden de klantmanagers vreemd; zij hadden geen hard bewijs, maar hadden samen het idee dat onder hun cliënten leesvaardigheidsproblemen erg vaak voorkwamen.

Het onderzoek draait om de vraag:
Is er verband tussen leesvaardigheden en financiële problemen?

Deze observatie, en het gesprek dat we daarover hadden, vormden het begin voor het onderzoeksproject Lezen is niet Begrijpen, een project van de Rijksuniversiteit Groningen, gerechtsdeurwaardersbureau Syncasso BV, schuldhulpverleningsorganisatie Kredietbank Nederland en Stichting Lezen & Schrijven. Over de uitkomsten van dit project wil ik graag meer vertellen.

Hoe staat het met laaggeletterdheid in Nederland?
Om de context van dit onderzoeksproject duidelijk te maken is het goed om eerst kort in te gaan op leesvaardigheidsproblemen in de hele Nederlandse bevolking. In vergelijkbaar onderzoek wordt meestal het concept laaggeletterdheid gebruikt. Laaggeletterdheid is een term voor mensen die moeite hebben met lezen, schrijven en/of rekenen. Mensen die laaggeletterd zijn kunnen wel lezen en schrijven, maar beheersen deze vaardigheden niet op taalniveau 2F, een niveau dat overeenkomt met het eindniveau van het vmbo of mbo-niveau 2/3. Dit is het niveau dat door de overheid wordt gesteld als minimum om volwaardig aan de maatschappij te kunnen deelnemen. In Nederland gaat het in totaal om een groep van 2,5 miljoen volwassenen die moeite hebben met taal en/of rekenen, waarvan er ruim 1,9 miljoen moeite hebben met taal (Algemene Rekenkamer, 2016; peildatum 2012).

Dit betekent dat ongeveer 18% van alle Nederlanders als laaggeletterd wordt aangeduid.


Relatie tussen laaggeletterdheid en financiële problemen
Het doel van het eerste deel van het onderzoek was om te achterhalen hoe groot het percentage laaggeletterdheid zou zijn onder mensen met financiële problemen. Op basis van eerder onderzoek mag verwacht worden dat het percentage laaggeletterden onder mensen met financiële problemen hoger ligt dan gemiddeld. Zo laten Christoffels, Baay, Bijlsma en Levels (2016) zien dat langdurige armoede en afhankelijkheid van uitkeringen onder laaggeletterden veel vaker voorkomen dan onder niet-laaggeletterden en tonen Houtkoop, Allen, Buisman, Fouarge en Van der Velden (2012) aan dat laaggeletterden over het algemeen een zwakke inkomenspositie hebben. Deze onderzoeksuitkomsten suggereren dat laaggeletterdheid vaak samengaat met een zwakke financiële positie, en daarmee waarschijnlijk ook met financiële problemen.

Testen met de Taalmeter
Om te testen of dit inderdaad zo is in dit onderzoek aan groepen klanten van Kredietbank Nederland en Syncasso de Taalmeter voorgelegd. Dit is een testinstrument om leesvaardigheidsproblemen op te sporen. De klanten die deze Taalmeter invulden, kregen als uitkomst een score en een daaraan gekoppelde conclusie over hun leesvaardigheid. Klanten die op basis van hun score mogelijk leesvaardigheidsproblemen hebben, kregen als uitkomst een ‘indicatie laaggeletterdheid’. Tot onze schrik kreeg van de 557 deelnemers aan de Taalmeter maar liefst 50,3% een indicatie laaggeletterdheid als uitkomst. Een enorm verschil met de gehele Nederlandse bevolking, waarin ‘slechts’ 18% als laaggeletterd wordt aangeduid. Deze uitkomst toont aan dat laaggeletterdheid veel vaker lijkt voor te komen onder mensen met financiële problemen. Hieruit volgt dat organisaties die zich op deze groep richten rekening moeten houden met mogelijke leesproblemen in hun doelgroep.

Financiële problemen komen bij de helft van de laaggeletterden voor in het onderzoek van Martijn.

Impact leesvaardigheid op financiële problemen
Het tweede deelproject richtte zich op de impact van leesvaardigheidsproblemen op de omgang met financiële problemen. Om een beeld te krijgen van de manier waarop een beperkte leesvaardigheid de omgang met financiële problemen beïnvloedt, is een serie groepsgesprekken opgezet waaraan klanten van Kredietbank Nederland deelnamen. Dit waren allemaal klanten die in het eerste onderdeel van het onderzoek een ‘indicatie laaggeletterdheid’ als uitkomst van de Taalmeter hadden gekregen. Tijdens deze groepsgesprekken werd uitgebreid gesproken over de rol van leesvaardigheidsproblemen bij de omgang met financiële problemen. Dit gebeurde in twee stappen: eerst werden de moeilijkheden die een beperkte leesvaardigheid veroorzaakt besproken, gevolgd door mogelijke oplossingen om de omgang met financiële problemen gemakkelijker te maken.

Barrières
De belangrijkste problemen die werden benoemd door de deelnemers aan de gesprekken staan in de figuur hieronder. De bovenste problemen in de figuur, Schaamte en Gebrek aan controle, zullen heel herkenbaar zijn: deze problemen spelen bij heel veel mensen met financiële problemen, met of zonder leesvaardigheidsprobleem.

De problemen daaronder zijn specifieker voor mensen die moeite hebben met lezen. De eerste twee, Moeite met tekstbegrip en Moeite met schrijven, liggen voor de hand: als je niet goed kunt lezen en/of schrijven maakt dat het moeilijker om bijvoorbeeld documenten te begrijpen en formulieren in te vullen. Dat leidde er volgens deelnemers vaak toe dat processen langer duurden omdat verkeerd ingevulde formulieren niet verwerkt werden of omdat ze niet begrepen wat er precies van hen werd verwacht en daarom niet op de verwachte manier reageerden.

Hier zaten twee andere barrières aan vast die ook vaak werden genoemd: een ervaren Gebrek aan ondersteuning en het Gevoel dat er te veel verwacht wordt. De deelnemers gaven, soms op boze toon, aan dat er bij schuldhulpverleners maar weinig begrip voor en interesse in hun leesprobleem leek te zijn.

Mogelijke oplossingen
Met meer begrip en een beetje hulp (bijvoorbeeld samen een formulier invullen in plaats van het opsturen, een vaste contactpersoon aanstellen die gebeld kan worden als er iets onduidelijk is) zou het volgens de deelnemers gemakkelijker worden voor mensen met een leesprobleem om hun financiële problemen op te lossen.

Naast een vaste contactpersoon en hulp bij het invullen van formulieren werd door de deelnemers ook sterk benadrukt dat teksten leesbaarder gemaakt moeten worden. Hierdoor kunnen brieven en e-mails beter begrepen worden.

Zo leidt een gebrek aan tekstbegrip minder vaak tot problemen bij de omgang met financiële problemen. Bij deze oplossingsrichting passen de volgende concrete aanbevelingen van deelnemers om brieven en e-mails begrijpelijker te maken:

  1. Gebruik simpele woorden
  2. Schrijf korte, eenduidige brieven
  3. Gebruik pictogrammen ter ondersteuning van de tekst
  4. Bied een duidelijke structuur aan

Opvallend aan deze suggesties is de overlap die ze vertonen met suggesties die voortgekomen zijn uit ander onderzoek naar het verbeteren van de leesbaarheid van geschreven taal. Deze overeenkomsten versterken de suggesties van de deelnemers, omdat ze laten zien dat de ideeën die uit de focusgroepen voortgekomen zijn, ook breder door experts gedragen worden.

Een tweede richting is het aanpassen van de dienstverlening van organisaties. Deelnemers aan de focusgroepen gaven verschillende manieren aan waarop organisaties hun dienstverlening zouden kunnen aanpassen om zo mensen met leesvaardigheidsproblemen beter te faciliteren. Deze suggesties kunnen samengevat worden in drie verschillende aanbevelingen:

  1. Ondersteuning aanbieden en individueel contact stimuleren
  2. Bij individueel contact ingaan op de situatie van het individu
  3. Wegnemen van stressverhogende factoren bij contact over schulden

Opvallend aan deze tweede oplossingsrichting is dat de deelnemers aanpassingen in de dienstverlening zowel zoeken in het vergroten van de aandacht voor leesvaardigheidsproblemen onder medewerkers van organisaties als in het concreet aanpassen van de manier waarop organisaties communiceren. De gesuggereerde aanpassingen in de dienstverlening zijn niet alleen praktisch van aard; de behoefte om serieus genomen te worden als persoon met een belangrijk probleem komt ook duidelijk naar voren.

Tips voor schuldhulpverleners
Voor mensen die in de schuldhulpverlening actief zijn zitten hier belangrijke suggesties in. De groepsgesprekken gingen vooral over het formele traject van een schuldhulpverleningsorganisatie, maar ook voor informele hulpverleners zitten er belangrijke suggesties in. Een van de belangrijkste is om problemen te bespreken en vervolgens hulp aan te passen op de behoefte van de cliënt.

Belangrijke tip: maak problemen (indirect) bespreekbaar en pas daarna de hulp
aan op de behoefte van de hulpvrager.

Dat kan spannend zijn – door het taboe dat rond leesvaardigheidsproblemen hangt is het niet gemakkelijk om iemand zomaar te vragen of hij/zij eigenlijk wel kan lezen. Maar door dat indirecter te bespreken, bijvoorbeeld door te vragen of het invullen van een formulier wel lukt of door zelf aan te bieden daar wel even mee te kunnen helpen, kan het onderwerp bespreekbaar gemaakt worden. Dit maakt de samenwerking daarna een stuk duidelijker.

Meer informatie over dit onderzoeksproject en de uitkomsten is te vinden op www.lezenisnietbegrijpen.nl

Jongeren met schulden krijgen hulp van SchuldHulpMaatje Jong

Geplaatst op 19 augustus 2021

Gelukkig kunnen Juliette Wareman en Kwint Havermans het goed met elkaar vinden. Zo vinden ze het leuk om samen af te spreken op kantoor om “eerst eindeloos te lullen over van alles en daarna praktische zaken te bespreken”. De uitdrukking: “geen twee kapiteins op één schip”, lijkt dan ook niet op te gaan als het gaat om de coördinatie van project Jong binnen SchuldHulpMaatje Den Haag. Voor dit artikel ging maatje Mandy digitaal in gesprek met Juliette over Jong.

Kwint en Juliette

Juliette werkt fulltime als advocaat en begeleidt naast het coördinatorschap zelf jongeren. Dat is best druk: “Ik zou graag 30 uur in een dag willen”. Juliette is ooit begonnen bij SchuldHulpMaatje Utrecht, omdat ze het miste bezig te zijn met mensen zonder een commercieel doel en kwam na een verhuizing terecht bij locatie Den Haag, de stad van haar jeugd. Samen met Kwint, die ook een fulltimebaan heeft en tevens een jongere begeleidt, ondersteunen zij sinds 2020 de maatjes bij hulpvraagtrajecten van jongeren tot 27 jaar. Beiden zijn gepassioneerd over het werk bij SchuldHulpMaatje: “We proberen mensen weer in staat te stellen om de moeilijke dingen te kunnen hanteren, zoals een gezonde financiële huishouding en zelf uit problemen te raken. Wij geloven er heel erg in dat dit ons doel is en voeren veel gesprekken over hoe we dit bij jongeren teweeg kunnen brengen.

Jong
Ongeveer driekwart van de jongeren heeft problemen met het omgaan met geld, budgetteren en op tijd betalen van rekeningen. In 2016 is SchuldHulpMaatje Den Haag daarom gestart met het project Jong. Maatjes worden dankzij een extra trainingsdag klaargestoomd om jonge hulpvragers te begeleiden bij financiële problemen. Juliette: “Zo’n extra trainingsdag is goed om te leren wat er in jongeren om gaat.”

Alle aanmeldingen van jongeren tot 27 jaar worden direct doorgestuurd naar de coördinatoren van Jong. Kwint en Juliette voeren zelf het eerste gesprek met de jongeren: “Een uitdaging is onze fulltimebaan, maar we willen graag dat als een jongere zich aanmeldt dat één van ons diegene opbelt, zodat er direct contact is en wij bedenken welk maatje het beste bij de jongere past. Elke stad doet dit anders. Bij Jong Den Haag willen we de lijntjes graag zo kort mogelijk houden. Jongeren moeten hun aandacht over heel veel dingen verspreiden, dit helpt om ze aangehaakt te krijgen.”

Maatjes zijn het hart van Jong
De Jong-maatjes hebben veel geduld, extra affiniteit met jongeren en een groot hart voor jongeren. Het verbaast mij hoeveel je als maatje op je gevoel doet en hoe persoonlijk je wordt met iemand die je niet goed kent. Ik vind het heel knap als je 21 bent en je durft vreemde mensen te bellen om hulp te vragen. Als je iemand dan een stukje verder kunt helpen is dat hoopvol, ook als iemand na een tijd afhaakt.” Wat Juliette altijd aan haar maatjes meegeeft is: “De twee pijlers: let op dat je niet gaat adviseren, maar naast de jongeren blijft staan en jongeren haken vrij makkelijk af, dus wees niet te snel ontmoedigd, maar bedenk nieuwe manieren om de deur altijd open te houden. Maatjes doen dit in hun vrije tijd en die wil je toch een hart onder de riem steken.”

Verschillen
Hele grote verschillen tussen Jong en de reguliere hulpvragen zijn er volgens Juliette niet: “Wat je doet is hetzelfde, de manier waarop is net wat anders. Het grootste verschil is namelijk dat jongeren meer om advies vragen. Jongeren weten vaak niet wat het is om een financiële huishouding te hebben. De hulpvrager is dan ook eerder geneigd volgzaam te zijn. Het is een valkuil voor ons als coördinatoren en maatjes om niet te adviseren, maar juist naast een jongere te gaan staan en diegene zelf dingen te laten doen. Verder zitten er in de werkzaamheden niet zoveel verschillen, het is roeien met de riemen die je hebt. Het mooie aan jonge mensen is dat zij het gevoel hebben dat het leven nog maakbaar en veranderbaar is. Zij hebben vaak de grootste plannen. Dat geeft je energie om iets aan te pakken, maar het risico is dat zij de handdoek in de ring gooien als zij merken dat zo’n traject eigenlijk kneiter zwaar is. Als je jong bent is het lastiger om teleurstellingen telkens weer te incasseren. Hierdoor haken jongeren wel eerder af.” Jonge hulpvragers komen wel sneller op een later moment weer terug legt Juliette uit, maar de deur blijft altijd open bij Jong.

Coördinatorschap
Je moet zeker niet te veel credits aan Kwint en mij toeschrijven. Maatjes doen het zelf gewoon super goed. We kijken af en toe mee in ons hulpverleningssysteem, appen hoe het gaat, proberen mee te denken en te sparren met maatjes.” Op mijn vraag hoe Juliette denkt dat de maatjes de begeleiding van haar en Kwint ervaren en wat ze over haar zullen zeggen, geeft ze aan: “Ik hoop dat ze dat juist niet zo zien. Ze zijn bezig met een traject en onze taak is dat makkelijker te maken. Dus als zij zich er heel bewust van zijn hoe wij dat doen, doen we dat niet heel goed. Hoe minder ze ons zien, hoe beter een traject gaat en hoe beter wij het doen. We doen het met veel plezier en zijn altijd op zoek naar hoe we dingen makkelijker kunnen maken. Hoe kan de energie van maatjes zoveel mogelijk naar de begeleiding van hulpvragers gaan en minder naar obstakels. Zo weinig mogelijke administratieve rompslomp. Je moet wel de organisatie op orde zien te krijgen, maar we zoeken naar de beste balans hierin. Elmar heeft dit goed opgepakt als directeur. Wat ze over ons zouden zeggen weet ik eigenlijk niet maar ik ben daar wel heel benieuwd naar. Ik zou graag horen hoe de maatjes over onze begeleiding denken, positief of negatief.”

Naast de begeleiding van Jong-maatjes, de intake gesprekken met hulpvragers en begeleiding van een hulpvrager, plannen Juliette en Kwint maatjesavonden in, werken zij aan de samenwerking met andere organisaties en bedenken ze plannen voor de toekomst.

Samenwerking
Het helpt als je ergens langere tijd bij betrokken bent. We zijn druk bezig om te bekijken op welke partijen we een beroep kunnen doen. We werken onder andere samen met ROC Mondriaan, Jeugdbescherming en met JIP. Maar wat als iemand psychische problemen heeft bijvoorbeeld, hoe kun je daarbij helpen? Wij doen dit nu een jaar, dus zoveel mensen kennen wij nog niet. Wel hebben we regulier overleg met Parnassia om de dingen die wij tegenkomen bij maatjes of hulpvragers die meer op het gebied van Parnassia (hulp bij psychiatrische problemen voor (jong)volwassenen en mensen psychotische aandoeningen) liggen met ze te bespreken. Om zo te zorgen dat een hulpvrager met psychische problematiek niet bij ons blijft hangen. Je kunt er veel mee winnen als iedereen die zich graag wil inzetten voor jongeren zoveel mogelijk weet van elkaars bestaan.

Toekomst Jong
Een blik in de toekomst: “Er zijn veel meer jongeren met problematische schulden in Den Haag dan we nu bereiken. Omdat we al veel hulpvragers hebben, in verhouding tot het aantal Jong-maatjes, kunnen we nu niet op zoek naar meer hulpvragers. Maar als wij meer fondsen hebben en meer maatjes kunnen opleiden, dan willen we echt kijken, wie missen we nu nog? We proberen zoveel mogelijk jongeren te helpen, maar er zijn groepen die je nog niet bereikt. Hoe lukt dat wel?”
Juliette en Kwint hopen in de toekomst meer jongeren te kunnen helpen door onder andere de naamsbekendheid van SchuldHulpMaatje te vergroten en via opleidingen jongeren te bereiken. Ook hopen zij meer samenwerkingen aan te kunnen gaan om jongeren zo nog beter te kunnen helpen.  

Als laatste een oproep namens Juliette en Kwint: meld je aan en wordt jongerenmaatje!

Handige tips om ‘geldfit’ te worden voor jongeren met en zonder schulden is de site Moneyfit.nl.

Auteur Mandy

Interessante andere jong & schulden artikelen:

Je wordt 18 en ineens financieel verantwoordelijk
Bijdrage van Robert Modderman, Jeugdbescherming

Pilot leerlijn ‘Grip op je Geld’ heeft grote potentie bij preventie van schulden
Bijdrage van Joost Brouwer, ROC Mondriaan

Leer Kwint beter kennen
Bijdrage aan de maatje SelfieReflectie door Kwint Havermans

Je wordt 18 en ineens financieel verantwoordelijk

Geplaatst op 18 augustus 2021

SchuldHulpMaatje Den Haag nodigt experts uit om hun vakkennis te delen met de Haagse maatjes en te bloggen over actuele onderwerpen, inspirerende cases, of tips. Deze keer is dat Robert Modderman, gedragswetenschapper. Hij werkt bij Jeugdbescherming west.

Hoe ingewikkeld is het, je wordt 18 en je moet alles zelf gaan regelen. Alles komt op je af: het regelen van een zorgverzekering, huurtoeslag, boodschappen, belasting, verzekering, school, studiefinanciering. En naast dat geregel moet je ook enig inzicht hebben in wat de waarde en betekenis van geld is. Het is fijn als je daarbij dan hulp van je ouders of andere volwassenen krijgt om de juiste keuzes te leren maken. Jongeren die wij in de jeugdbescherming begeleiden, hebben die mogelijkheid vaak niet.

Robert Modderman

OV automatisch opladen
“Ik heb een ov-kaart met automatisch opladen. Dus wat de trein kost maakt niet uit, want mijn ov-kaart laadt automatisch weer op.” Dit is wat een zeventienjarige pupil tegen me zei toen ik vertelde wat de reiskosten zouden zijn die hij ging maken door elke dag naar zijn vriendin heen en weer te reizen. Zijn vriendin woonde aan de andere kant van het land dus hij moest hier per dag ongeveer 40 euro voor betalen. Het lukte niet om in te zien dat automatisch opladen en gratis reizen niet hetzelfde is. Het gaat toch automatisch, was zijn gedachte. Hiermee had hij voordat hij het wist een schuld van 300 euro bij de NS opgebouwd.

Geldzaken vanaf 18 jaar
Binnen de jeugdbescherming hebben we vaak te maken met jongeren die 18 worden. Deze jongeren groeien op in pleeggezinnen, gezinshuizen of complexe thuissituaties. Wanneer een kind 18 wordt, is er niet langer iemand die de voogdij over het kind heeft. Dit betekent dat het kind zelf verantwoordelijk is voor de keuzes die hij of zij zelf maakt. En dat zijn dus ook financiële keuzes. Als gedragswetenschapper binnen de jeugdbescherming zie ik helaas dat de kinderen die 18 worden en niet meer onder jeugdzorg vallen, helemaal niet de tools hebben om financieel verantwoordelijke keuzes te maken. Ook is er vaak onvoldoende begeleiding voor deze jongeren om hier keuzes in te maken.

Zorgverzekering
Zo heb ik samen met een jongere gezeten voor een zorgverzekering. Ik heb hem daarbij alles zelf laten uitzoeken om zijn zelfredzaamheid te vergoten. Dit konden we nog in gang zetten voor hij 18 werd en hierdoor kon ik hem door het proces heen loodsen. Deze jongen is nu 18 en heeft een goede verzekering. Ik vraag me echter af of hij in de toekomst verzekeringen gaat vergelijken. Door de vergelijking te maken, kan hij tenslotte veel geld besparen. Begeleiden in dit proces kan niet meer, want hij valt niet meer onder de jeugdzorg nu hij 18 jaar is.

Te vroeg loslaten
Het Nibud zegt: “Gebrekkig financieel beheer, financiële onwetendheid en geen behoefte hebben om te sparen en vooruit te plannen, vergroten de kans op financiële problemen.” De jeugdzorg is nu zo ingericht dat een kind zelf zijn geldzaken moet regelen als hij 18 is.  Veel van de kinderen die 18 worden zijn hier echter nog niet aan toe. We moeten deze kinderen wat mij betreft nu te vroeg loslaten. Veel kinderen die we begeleiden hebben bijvoorbeeld moeite met een opleiding, maar ze hebben veel minder moeite met het aanvragen van studiefinanciering. Ze overzien hierin niet dat ze een schuld aangaan bij de DUO wanneer ze hun opleiding niet afmaken. Daarbij wordt ook verwacht dat ze bijvoorbeeld een belastingaangifte of het aanvragen van toeslagen allemaal zelf kunnen. Processen die soms een beetje handigheid en begeleiding vragen en waar je problemen in kan krijgen wanneer die niet goed worden doorlopen.

Jong en schuld
Kinderen en jongeren maken daarbij soms al schulden vóórdat ze 18 zijn. Hoe goed je als jeugdbeschermer of jeugdzorgwerker ook je best doet om dat te voorkomen. Je kunt bijvoorbeeld niet voorkomen dat een pupil een extra ov-kaart aanschaft. Ik heb hierover gebeld met de NS: hoe kon het gebeuren dat zij zomaar een minderjarige een ov-kaart met automatisch opladen hebben verschaft? Maar de NS nam geen verantwoordelijkheid. Er moest binnen een week betaald worden, want anders zou er een deurwaarder op de stoep staan. Gelukkig hebben we de schuld vanuit jeugdbescherming kunnen aflossen en is de schuld niet meegenomen in het volwassen leven van de jongen. Inmiddels heeft hij een baan in een supermarkt en zorgt hij voor zijn eigen inkomen. Een eigen inkomen waar hij inmiddels op een volwassen manier mee om kan gaan. Het is ontzettend belangrijk dat we ons inzetten als maatschappij voor de juiste financiële begeleiding voor kinderen en jongeren. We kunnen ze op zoveel mogelijk voorbereiden, maar we moeten ze vervolgens niet zonder bandjes het diepe in gooien.

Robert Modderman
Gedragswetenschapper, Jeugdbescherming west

Pilot leerlijn ‘Grip op je Geld’ heeft grote potentie bij preventie van schulden

Geplaatst op 18 augustus 2021

In het schooljaar 2020-2021 startte ROC Mondriaan met de pilot leerlijn Grip op je Geld. Het lespakket is zo speciaal en uniek omdat de studenten tien weken lang lessen volgen die gaan over de zelfredzaamheid op financieel gebied. De leerlijn bestaat uit theorie en een bijbehorende (online)game. Nederlands, rekenen en burgerschap zijn onderdeel van het spel. Joost Brouwer, Adjunct-schooldirecteur School voor Entreeopleidingen van ROC Mondriaan Haaglanden, vertelt aan SchuldHulpMaatje Den Haag over het succes van de leerlijn en de rol die maatjes zouden kunnen hebben bij schuldhulp educatie.

Wij verzorgen opleidingen op niveau aan studenten tussen de 16 jaar tot soms wel 60 jaar oud in de regio Haaglanden. De voorwaarde om deel te kunnen nemen aan een opleiding van onze school is dat je nog geen voortgezet onderwijs diploma behaald hebt. Het grootste gedeelte van de huidige doelgroep zit in de leeftijdsgroep 16 t/m 27 jaar. Ik heb de eer om voor deze doelgroep, in samenwerking met ongeveer 100 collega’s, opleidingen te mogen verzorgen. Belangrijk is hierbij ons motto ‘Relatie voor prestatie’. De docenten zijn echt bezig om deze doelgroep te ‘empoweren’ om weer tot leerprestaties te kunnen komen.

Financiële keuzes
Ondanks de beste bedoelingen van ons team, komt het wel eens voor dat een student toch uitvalt. Dit willen we natuurlijk absoluut niet. Na onderzoek is gebleken dat de vaak aangedragen reden hiervoor financiële problemen zijn. Ik vind dat wij binnen het onderwijs een belangrijke taak hebben om studenten te doceren over het maken van de juiste financiële keuzes. In de preventiefase dienen wij het gesprek aan te gaan met studenten om hen bewuster te maken van het omgaan met geld.

Leerlijn met game
Veel scholen zetten hiervoor lessen in, maar bij onze zoektocht naar mogelijk in te zetten lessen ontdekten wij dat het hier vaak gaat om een eenmalige les en geen structurele aandacht voor financiële educatie. Daarnaast is de les vaak gericht op het voortgezet onderwijs en niet specifiek op onze doelgroep. Daarom hebben we in samenwerking met Rabobank regio Haaglanden en &ranj (gamedesign) een leerlijn met een online spel ontwikkeld dat we afgelopen schooljaar getest hebben in twee klassen. Dit is erg succesvol gebleken. De reacties van de studenten waren zeer positief. Zodoende gaan we aankomend schooljaar dit lespakket en spel inzetten bij acht klassen.

Preventie in schuldhulp
Bij de pilot afgelopen schooljaar bleek daarnaast dat door de leerlijn geldproblematiek eerder herkend wordt en er dus ook eerder actie mogelijk is. Hier komt natuurlijk SchuldHulpMaatje in beeld. Hoe mooi zou het zijn dat deze jongeren, via de hulp van een maatje, zaken op orde krijgen en zo succesvoller kunnen zijn in hun opleiding en in de maatschappij? Daarnaast heb ik met Elmar Hommes gesproken om mogelijk te participeren bij enkele lessen om zo studenten te laten zien welke mogelijkheden er zijn als ze in de problemen komen. Hier zien we samen veel meerwaarde in en we onderzoeken nu hoe we dit voor schooljaar 2021-2022 gaan vormgeven. Ik ben hier echt enorm blij mee!

Grip op je Geld ambassadeurs gezocht
Het lespakket en de game is voor eenieder vrij in te zetten, maar het gebruik van Grip op je Geld is niet gratis, ondanks dat het geen geld kost voor deelnemers. Voor het gebruik van Grip op je Geld gelden namelijk de volgende voorwaarden:

  • Leerlijn en spel zijn geschikt voor de doelgroep waar je mee werkt
  • Leerlijn en spel worden beide aangeboden
  • De leerlijn wordt geïntegreerd in de algemene vakken van de school
  • De school neemt deel aan het leernetwerk Grip op je Geld
  • Naar buiten toe treedt de school op als ambassadeur van Grip op je Geld

Mocht je interesse hebben in de leerlijn of vragen hebben over onze opleidingen, schroom niet en neem contact met mij op!

Joost Brouwer
Adjunct-schooldirecteur School voor Entreeopleidingen
ROC Mondriaan

j.brouwer1@rocmondriaan.nl
06-21405942

Waarheidsvriend

Geplaatst op 7 juli 2021

Hulpvrager Zeljko is goed voorbereid. Voor hem ligt een stapel papiertjes met aantekeningen. Hij draagt zijn mondkapje half op zijn gezicht. Het raam staat open voor de frisse lucht. Voor maatje Lauri staat een opengeklapte laptop. We blikken in het kantoor van SchuldHulpMaatje Den Haag met elkaar terug op het schuldhulpvraag traject dat ze samen doorliepen.

“Lauri is rustig, optimistisch, heeft veel ervaring en een groot hart”, begint de Servische Zeljko (66 jaar) zijn verhaal terwijl hij ons een ogenblik guitig aankijkt, “en ze is natuurlijk een hele mooie vrouw.” We schieten in de lach. Het ijs is direct gebroken. “Het mooiste compliment dat jij mij eerder gaf, vind ik dit”, zegt Lauri en ze leest vanaf haar laptop een mailtje van Zeljko voor: “Jij bent mijn waarheidsvriend.”

Lauri (l) en Zeljko (r)

Geldproblemen

Zeljko en Lauri maakten in juni 2017 voor het eerst kennis. “Ik ben in het verleden te goed van vertrouwen geweest. Het was pure pech dat ik in geldproblemen kwam in 2002. Ik was niet scherp,” vertelt hij. “Mijn vertrouwen in mensen heeft veel schade opgelopen. Eerst door de relatie waardoor ik in geldproblemen kwam, later door de slechte ervaringen met de bewindvoerder. Ik vertrouwde niemand meer. Ik heb 16 jaar in de schulden gezeten en ben nu 1,5 jaar schuldenvrij.”

Veel impact
Een schuld beheerst heel je leven volgens Zeljko: “Je staat er mee op en je gaat er mee naar bed. Zelfs zo dat je er ziek van kan worden en allerlei medische problemen krijgt. Achteraf gezien heb ik te lang alleen iets aan die schuld proberen te doen. Gelukkig heb ik altijd een baan gehad en een salaris. Op het moment dat ik Lauri voor het eerst sprak, zat ik in de put. Ik wilde zelf keuzes kunnen maken. Ik was het vertrouwen in mijn bewindvoerder kwijt. Er zijn vast ook goede bewindvoerders, maar deze was slecht. Ik wilde er zo snel mogelijk vanaf. Dat was mijn doel. Mijn advocaat kende SchuldHulpMaatje Den Haag en adviseerde me om daar hulp te vragen.”

Grote dag

Zeljko denkt nog wel eens terug aan dat eerste moment toen het hulptraject met zijn maatje begon. Hij had een intakegesprek met Lauri en de projectmanager en vertelde hun direct over zijn eerst doel; stoppen met het bewind.
De grootste dag in het hulpvraagtraject was voor hem dan ook het moment dat hij naar de rechtbank ging om te vragen of de rechter het bewind kon beëindigen. Hij had toen heel slecht geslapen. “Gelukkig ging Lauri met mij mee. Dat was heel prettig want ik was op van de zenuwen,” herinnert hij zich.

Dankbaar
Het hulpvraagtraject is afgerond in 2019, toen was Zeljko schuldenvrij. Om de week hadden ze contact. “Lauri heeft mij met alles geholpen. Ik ben haar daar heel dankbaar voor,” zegt hij.  “Nee hoor”, zegt Lauri, “je hebt het zelf gedaan. Stap voor stap. Ik gaf je tips over hoe dingen werken, adviseerde je hoe je een brief moest schrijven en deed het nodige vertaalwerk. Ik was een coach voor je. Jij was zelf gemotiveerd en zette door.”

Boos
Ze waren het ook wel eens oneens. Zeljko is temperamentvol, dat zit in de cultuur van zijn geboortestreek en in zijn aard. “Op een keer was hij boos. Hij wilde opnieuw een rechtszaak voeren. Ik wilde hem daar niet bij helpen, want ik stond er niet achter. Zo werkt het hier niet. Hier praten we dingen uit,” zegt Lauri. “Dat klopt”, beaamt hij, “hier is het anders.”

Terugblik op een leven

Zeljko deelt zijn leven op in drie stukken:

1. Zijn leven voor de oorlog. Dat was het mooiste deel.

2. Zijn leven tijdens de oorlog. Dat was vreselijk. Gewone mensen willen geen oorlog.

3. Zijn leven in Nederland.

Hij woont nu 27 jaar in Nederland en heeft een latrelatie met Maria. Zijn ex-vrouw en dochter wonen in Servië. Nu hij 66 is geworden is het tijd om na te denken wat hij verder wil. Blijft hij hier of gaat hij terug naar Kroatië/Servië? Het kriebelt. Al die jaren is hij zijn dochter – die sinds haar geboorte epilepsie heeft – wel financieel blijven ondersteunen, maar hij heeft haar niet veel gezien.

Papierwerk
Het papierwerk dat komt kijken bij het bereiken van de AOW- en pensioenleeftijd baart hem nu zorgen. “Gaat alles wel goed?”, vraag hij zich af. Hij is blij dat hij Lauri vandaag weer ziet en dat ze hem tips geeft hoe hij dit het beste kan aanpakken. “Zij blijft mij helpen.”

Tips voor SchuldHulpMaatje

Of Zeljko nog tips heeft vragen we tot slot. “Zeker, maatjes moeten beseffen dat het vaak een chaos is bij schuldhulpvragers. Het is belangrijk dat ze goed luisteren naar de – soms verdrietige – verhalen. Ook moet iedereen echt weten wat voor mooi werk SchuldHulpMaatjes doen. Kunnen jullie geen radio en tv-reclame gaan maken? En natuurlijk alle rechters en de gemeente informeren.”

SchuldHulpMaatje en Stichting Perspektief trekken samen op in Den Haag

Geplaatst op 25 mei 2021

Maatje Mandy Kooijman gaat in gesprek met maatje en maatjescoördinator Heleen Rijkens. Ze praten over de samenwerking tussen SchuldHulpMaatje Den Haag en Stichting Perspektief. Stichting Perspektief helpt vrouwen die te maken hebben met een vorm van huiselijk geweld om een nieuw en veilig leven op te kunnen bouwen. Er wordt opvang en intensieve begeleiding geboden en toegewerkt naar zelfstandig wonen. Over deze samenwerking hebben we nog niet zoveel gecommuniceerd dus hoog tijd om wat te vertellen over dit fantastische team.

Heleen Rijkens

Het scheelde niet veel of SchuldHulpMaatje had Heleen in 2018 niet mogen verwelkomen als maatje. In eerste instantie had zij zich opgegeven om als vrijwilliger aan de slag te gaan bij Vluchtelingenwerk als taalcoach, omdat zij iets wilde doen voor de samenleving. Gelukkig voor ons ging dit niet door. Dankzij haar ervaring als curator bij faillissementen in het verleden is Heleen toen op zoek gegaan naar een vrijwilligersorganisatie in de schuldhulpverlening. Zij kwam uit bij SchuldHulpMaatje Den Haag en is daar nog steeds erg blij mee: “Ik kwam erachter dat je helemaal geen Annemarie van Gaal bent maar meer een soort motivatiecoach. Ondanks dat ik niet ging doen wat ik dacht te gaan doen, ben ik gebleven en sta ik volledig achter de visie van SchuldHulpMaatje. Het heeft totaal geen zin om iemand te zeggen wat hij wel en niet moet doen en een baan te gaan zoeken, want als het niet je eigen keuze is dan gaat het niet werken.”

Wie is Heleen Rijkens?
Al snel kom ik erachter dat Heleen een echte duizendpoot is. Naast haar gezin bestaande uit man, trouwe viervoeter en uit huis wonende kinderen, ontwerpt zij tuinen als beroep  Zij is niet alleen maatje maar ook maatjescoördinator en werkt(e) daarnaast aan verschillende projecten zoals het maatjestevredenheidsonderzoek. Het grootste deel van haar tijd als vrijwilliger besteedt Heleen aan haar hulpvrager en het begeleiden van de maatjes uit team Perspektief. Daarnaast heeft zij een aantal van de maatjes die voormalig directeur James van Velzen begeleidde, onder haar hoede genomen.

Samenwerking SchuldHulpMaatje en Stichting Perspektief
De samenwerking tussen SchuldHulpMaatje Den Haag en Stichting Perspektief is in 2019 ontstaan. Er was behoefte aan hulp voor de vrouwen bij Perspektief die zelfstandig gingen wonen en SchuldHulpMaatje Den Haag was bereid om die hulp te bieden. Heleen is gevraagd deze samenwerking vorm te geven en zich hiervoor in te zetten. Dit doet zij nog steeds met grote betrokkenheid en een flinke dosis positiviteit.

Team Perspektief
Team Perspektief heeft zich ontwikkeld tot een apart team, naast de reguliere begeleiding van schuldhulpvragers. Zo worden niet alleen hulpvragers aan maatjes gekoppeld, maar is Heleen samen met een maatje bezig met het opzetten van een spreekuur op locatie.  Er vindt tweemaal per jaar een bijeenkomst plaats waar een medewerker van Stichting Perspektief de do’s en don’ts uitlegt en maatjes ervaringen kunnen uitwisselen en heeft Heleen regelmatig contact met de Stichting over het verbeteren van de hulp.  De hulpvragers die team Perspektief begeleidt zijn erg kwetsbaar en daarom verschilt de begeleiding van de reguliere hulpvragen: “De één is nog best wel murw geslagen en zit nog in de overlevingsmodus, daar moet je echt naast staan en wachten tot ze gemotiveerder worden. De ander is hier al overheen en wil echt een nieuw bestaan opbouwen. Die is veel actiever en help je echt door het vinden van de weg in Den Haag. Dit laatste heb je niet bij de reguliere hulpvragers. Ook komen deze vrouwen vaak uit een andere stad, zij kennen geen mensen in de nieuwe omgeving en hebben geen vangnet”, vertelt Heleen.

Hoe komen aanmeldingenvan hulpvragers bij SchuldHulpMaatje terecht?
Aanmeldingen komen direct van Stichting Perspektief bij Heleen terecht. Vervolgens vindt er een intakegesprek plaatst met de hulpvrager, de begeleider van Stichting Perspektief, het maatje en Heleen. Het gaat dan om een kennismaking waarbij Heleen en de maatjes erachter proberen te komen wat de hulpvrager nodig heeft.: “Waar staat iemand in de samenleving, op welk niveau. Wij proberen ook goed uit te leggen wat wij allemaal doen en niet doen. De vrouwen zijn wantrouwender dan reguliere hulpvragers, het helpt om de intake dan met de begeleider van Perpektief te doen. Van hen krijg je ook informatie over de situatie van de hulpvrager.”

Wat is jullie aanpak?
Team Perspektief bestaat uit 7 maatjes en Heleen als coördinator. Helaas is er een wachtlijst van hulpvragers. Heleen hoopt dat met een spreekuur alvast hulp geboden kan worden aan de vrouwen die nog geen maatje hebben. “De maatjes van team Perspektief proberen de zelfredzaamheid te vergroten door de hulpvragers uit te leggen hoe zaken in Nederland werken. We proberen de vrouwen die het nodig hebben op de rit te helpen en voor te bereiden op een toekomst waarin ze zelfstandig kunnen gaan wonen. Perspektief biedt de vrouwen professionele begeleiding, maar de begeleiders hebben niet de tijd om alles uit te leggen. Het is sneller om iets voor iemand te doen, dan om uit te leggen waarom je iets doet, ernaast te gaan zitten en het iemand zelf te laten doen. Uiteindelijk moeten zij het zelf kunnen. Alles wat wij al binnen Perspektief uit kunnen leggen en op kunnen pakken, scheelt mogelijke ellende als deze vrouwen eenmaal zelfstandig wonen.”

Wat voor hulp bieden de maatjes?
“De rol van een maatje in team Perspektief gaat verder dan hulp bij financiën. Deze vrouwen hebben vaak geen schulden maar het gaat meer over het wegwijs maken in Nederland”. Aan maatjes die zich bij het team willen voegen vertelt Heleen: “wees je ervan bewust dat je ook andere dingen doet dan alleen het financiële, het is meer een traject van hoe werkt het in Nederland. Bij sommige hulpvragers kan het eindeloos duren om in contact te komen. Voordat je echt in gesprek met iemand bent, voordat je het idee hebt dat er met wat je zegt ook iets wordt gedaan, dat duurt een hele tijd.”

Het gaat dus niet alleen om de financiële aspecten zoals inzicht in inkomsten en uitgaven en hulp bij het treffen van regelingen. De maatjes helpen ook bij het vinden van een school voor kinderen, het inschrijven bij een tandarts, of zoeken samen met de hulpvrager naar de juiste manier om sociale contacten op gang te brengen. Zo heeft Heleen haar hulpvrager aangemeld bij Mijn buuf, een atelier voor wereldvrouwen. Hier leert haar hulpvrager andere vrouwen kennen, kan zij haar talenten en vaardigheden ontdekken en wordt er alleen in het Nederlands met elkaar gesproken.

Hoe zie jij jouw rol als Maatjescoördinator?
Als het goed is heb ik de maatjes meegegeven wat zij kunnen verwachten. Mijn rol is er op te letten dat mijn maatjes naast die hulpvrager blijven staan en het niet voor de hulpvrager gaan doen. Die neiging heb je snel bij deze vrouwen omdat ze soms echt murw geslagen zijn en het zelf niet kunnen opbrengen om iets te regelen. Mijn begeleiding is er heel erg op gericht om te proberen zelfredzaamheid te bereiken. Bij sommige vrouwen lukt dat niet. Mijn eigen hulpvrager spreekt zo weinig Nederlands dat ik niet weet of ik haar in haar eentje achter kan laten. Bij een andere hulpvrager dachten we dat bewindvoering de enige mogelijkheid zou zijn, maar uiteindelijk is dit toch redelijk goed gekomen. Mijn rol is ook om op te letten dat we niet met een traject bezig zijn waarbij de hulpvrager het niet zelf gaat redden.”

Hoe denk je dat maatjes jou omschrijven?
“Ik hoop als iemand die altijd bereikbaar is en heel nuttig advies geeft. Misschien vinden ze me soms iets te controlfreakerig. Als ik eenmaal in de coördinator modus ga dan wil ik op dat moment zien waar het dossier is. Als ik dat niet in het systeem vind dan ga ik appen of mailen en vragen hoe het gaat. Ik ben niet een hele consequente coördinator. Ik heb soms gewoon geen tijd en dan vertrouw ik erop dat de maatjes het goed doen. Ik kan het met alle maatjes gelukkig goed vinden.”

Wat heb je geleerd van je hulpvragers?
“Ik heb heel veel geleerd van de hulpvragers. Ik had geen idee in wat voor wereld de hulpvrager zat. Ondanks alles wat ik heb gezien denk ik dat ik me nog steeds niet echt kan voorstellen wat zij meemaken. Dat zeg ik ook tegen mijn maatjes. Ik ben ervan overtuigd dat wij het ons proberen voor te stellen, maar dat wij dit niet kunnen en vanuit die gedachte onze begeleiding zo goed mogelijk moeten proberen te geven.”

Wat heb je geleerd van je maatjes?
“Het maatje van een hulpvrager viel uit. Ze was echt nog niet klaar om alleen gelaten te worden en ik had geen maatje beschikbaar dus ben ik het zelf gaan doen. Ik moet zeggen dat ik het hartstikke leerzaam vond. Het maatje van wie ik het overnam was goed georganiseerd en daar heb ik heel veel van geleerd. Het is goed om ook zelf in de praktijk bezig te blijven.”

Ook het begeleiden van maatjes is leerzaam
“Ik heb geleerd dat als je zelf achter een bepaalde visie staat en begrijpt waarom die visie er is, dat het dan best makkelijk is om maatjes daarin te begeleiden. Eerst dacht ik, hoe kan ik die maatjes nou motiveren zodat zij hun werk leuk blijven vinden. De visie van SchuldHulpMaatje erbij halen maakt dit makkelijker. Een goed persoonlijk contact met je maatjes is belangrijk. Ik praat met mijn maatjes ook over waarom ben je dit werk gaan doen, wat beweegt jou in het leven en waar sta jij voor. Dat is meer dan alleen maar rapporteren over de hulpvrager. Ik probeer ze te leren kennen los van de begeleiding.”

Positief
Heleen is tijdens het gesprek vooral positief over de werkzaamheden. “Wat ik leuk vind is dat ik samen met Elmar (de huidige directeur van SchuldHulpmaatje) de ruimte krijg om na te denken over hoe we het voor iedereen, waar dat kan, makkelijker en beter kunnen maken. Ik krijg de ruimte om met Stichting Perspektief te praten over bijvoorbeeld een spreekuur en we zijn bezig met een plan voor laaggeletterde hulpvragers. Dat is een project dat ook de vrouwen van Perspektief  kan helpen. Als iets niet werkt dan mag ik dat ook zeggen en gaan we daar over nadenken. Waar ik tegen aan loop en wat ik minder vind in mijn werk, daar probeer ik een oplossing voor te vinden. Los daarvan is het werk zwaar, maar dat wisten we toen we eraan begonnen. Het zijn schrijnende verhalen van deze vrouwen.”

Huiselijk geweld bij hulpvragers
Vermoed jij dat er sprake is van huiselijk geweld bij jouw hulpvrager? Op de website van Stichting Perspektief lees je meer over wat je kunt doen. Vraag hulp aan je maatjescoördinator. Deze kijkt met je mee en kan navraag doen bij Heleen. Wanneer je hulpvrager zelf zover is kan zij zich ook aanmelden bij Perspektief.  

Maatjes gezocht voor team Perspektief
Mocht je tijd over hebben en zie jij jezelf als empathisch, geduldig maatje en ben jij bereid een stapje extra te doen buiten de financiën om? Meld je dan aan als maatje. Ben je al SchuldHulpMaatje, dan kan dat ook direct bij Heleen, Elmar of je eigen maatjescoördinator.

Van knechtje van de melkboer naar directeur. Wie is de mens James van Velzen?

Geplaatst op 5 maart 2021

Het is 2014, James van Velzen staat aan het begin van SchuldHulpMaatje Den Haag. In zes jaar tijd groeit de organisatie uit tot een begrip in de stad, zijn er vele duizenden hulpvragers geholpen en telt de organisatie 200 vrijwilligers. Ter gelegenheid van zijn afscheid als directeur van de stichting heeft maatje Ruud Nannes een gesprek met hem. Uiteraard over de opbouw en het succes, maar ook over zijn jeugd, zijn loopbaan als onderwijskundige en over creativiteit en spiritualiteit die als rode draden door zijn leven geweven zijn.

Ruud Nannes (l) en James van Velzen (r)

Bekijk de video opname van het interview door Ruud Nannes met James van Velzen

Koorknaap
Ik ben geboren in 1954. Mijn wieg stond in Cabauw, een katholiek dorp nabij Schoonhoven. In ben de derde uit een gezin met vier kinderen. Mijn ouders werkten hard en zowel door de weeks als op zondag gingen we naar de kerk. Zo werd ik als koorknaap gegrepen door Gregoriaanse muziek. Het Halleluja van Händels Messiah maakt deel uit van mij vroegste jeugdherinneringen. Prachtige muziek, waar ik nog steeds kippenvel van kan krijgen!

“Het Halleluja van Händel geeft mij kippenvel.”

Hulpje van de melkboer in Den Haag
Mijn vader werkte bij de Belastingdienst en maakte promotie, zodoende verhuisde ons gezin naar de Hofstad. Dat was een hele verandering. We kwamen terecht in een ambtenarenportiek, bij de Valkenboskade. Vanaf mijn elfde had ik een bijbaan als hulpje van de melkboer. Op zaterdag nam ik in weer en wind alle bestellingen op en sjouwde ik met zakken en kannen melk. Alles ging nog via de losse verkoop. Kleine bedragen mocht ik zelf afrekenen, de grotere bedragen deed de melkboer zelf.

Bekend met armoede
Natuurlijk waren er ook mensen in de wijk die het niet konden redden. In die tijd heb ik ook voor het eerst echte armoede gezien. Iemand die diefstal pleegde, of in de gevangenis belandde en de gevolgen die dat op gezinnen hadden. Daar werd altijd heel respectvol over gesproken en men probeerde elkaar waar mogelijk te helpen. Wat ik zondags leerde over het evangelie wilde ik graag in de praktijk brengen. Later besefte ik dat mijn vader en mijn opa dezelfde houding hadden. Zo hielp mijn vader als deskundig belastingman mensen hun formulieren in te vullen. Mijn opa had een postkantoor met personeel, maar hij zat daarnaast in verenigingen die maatschappelijke ondersteuning boden. Door te geven, krijg je ook veel terug.

100% buitenmens
Ik vond mijn lagere schooltijd heel saai. Als leerling van de Heilige Familie Jongensschool heb ik vooral naar de muur zitten staren. Een enkele keer was er een hoogtepunt, zoals bijvoorbeeld de Sinterklaasviering met een mooie versierde gang, maar eigenlijk heb ik me indertijd stierlijk verveeld. Ik vond de lagere school net een gevangenis.
In klas 4 heb ik een schilderij gemaakt en ik was helemaal enthousiast. Dat was het begin van een nieuwe hobby. Ook speelde ik na school met modeltreinen en was verkenner bij de rakkers van Don Bosco. We hebben heel wat geravot in de duinen. Ik ben nog steeds een 100% buitenmens.

Lol in het leren
Alhoewel ik drie keer voorwaardelijk over ging op de Mulo, begon ik pas plezier te krijgen in het leren op mijn 17e. Mijn moeder zei, naar aanleiding van het voorwaardelijk overgaan toen: “laat hem maar eens zitten”, dat zorgde er uiteindelijk voor dat ik wel gemotiveerd raakte want dat wilde ik nu ook weer niet. Via de pas ingevoerde Mammoetwet kon je opleidingen stapelen en via de HAVO belandde ik zo op de Katholieke Pedagogische Academie van de Broeders van Maastricht. Ik werd gegrepen door vakken zoals filmkunst, tekenen, verbale en dramatische expressie en maatschappijleer. Mijn blik op de wereld ging open.

Leerkracht in Langeraar
Met mijn pabo-diploma op zak kreeg ik als 20-jarige in 1975 een baan op de dorpsschool van Langeraar. Bekend terrein, want dat was het geboortedorp van mijn moeder. Daar sta je dan, als leerkracht van klas 2, een klas met 33 kinderen. Eerlijk gezegd vond ik dat vermoeiend. Ik was toen bezig met ‘wat kan ik ze leren’.
Net als de kinderen was ik de woensdagmiddagen vrij. Dan pakte ik snel de bus naar Den Haag voor een privé schilderles. Doeken creëren, met verf een wereld scheppen, dat is (nog steeds) een fijne hobby.

“Technocratie is een zwaktebod van het hedendaagse onderwijs.”

Je mag er zijn
Als leerkracht is het belangrijk om er te zijn voor je leerlingen. Ik had zelf ook docenten die mij het “je mag er zijn”-gevoel gaven en leuke lessen biologie of tekenen gaven. Ik hou van stevig onderwijs, onderwijs dat veiligheid biedt en ik heb de instelling dat als je het niet kan, ik je help. Eén keer, drie keer of desnoods 15 keer als dat nodig is.
Je ziet nu dat het plezier van het leraarschap niet altijd voorop staat. Ik vind dat echt een zwaktebod van het hedendaagse, vertechnocratiseerde onderwijs waar leerkrachten soms zelf als een object worden behandeld door de schoolleiding.

Bestemd voor schoolbegeleider
Na het vervullen van mijn militaire dienstplicht kwam ik terug in Den Haag. Dat was heerlijk. Eerst gaf ik kort les op een huishuidschool, daar wisselde je elk uur van klas, maar dat vond ik niks. Bij de Heilige Hartschool vond ik mijn bestemming als onderwijzer. Dat was toen een binnenstadschool met kinderen uit het buitenland; Surinaams, Portugees, Marokkaans en Turks. We hadden een enthousiast team dat er vol voor ging en dat zag je terug in de citoscores van de kinderen. In die tijd heb ik een avondstudie gevolgd op de Koninklijke Academie voor Beeldende kunst en later heb ik de avondstudie Pedagogiek aan de Universiteit Leiden gevolgd. Een schoolbegeleider worden was mijn droom.

Opbloeien
De kwaliteit van het team, goede leiding, goede methodiek en extra potjes met geld zorgden ervoor dat de school groeide naar 600 leerlingen. We organiseerden ook buitenschoolse activiteiten. In de 2e week van de schoolvakantie was er altijd een vakantiekamp naar Maastricht. Daar zag je al die Haagse kinderen opbloeien. Natuurlijk was er grote diversiteit en zag ik dat integratie moeite kostte. Maar ik ervaarde daar ook een grote, warme onderlinge sociale cohesie.

Vincentiusvereniging
De basisschooldirecteur van de Heilige Hartschool was ook voorzitter van de Vincentius Vereniging, waarbij de aangesloten leden allerlei maatschappelijk georiënteerde projecten in de stad opzetten en ondersteunen totdat die als zelfstandig initiatief verder kunnen. Zo ontstond er:

Ik raakte via hem bij dit werk betrokken en hij vroeg mij om zijn opvolger te worden.

Schuldhulpproject in Den Haag
Op een dag zat ik bij een lezing van SchuldHulpMaatje Nederland en ik was gelijk enthousiast over het concept. Ik ging allerlei verkennende gesprekken voeren in de stad en deed onderzoek: Is dit een nuttig project voor Den Haag? Is er behoefte aan? Bestaat er al zoiets? Uiteindelijk kreeg het idee vaste voet aan de grond met een sterke inbedding vanuit de kerken, die nog steeds financieel en moreel betrokken zijn. We delen hetzelfde mensbeeld dat iedereen ertoe doet en willen mensen perspectief op een mooier leven geven.

Vliegende start
Er zijn drie zaken belangrijk voor vrijwilligersorganisaties: fondsen, soepele samenwerking met gemeente en vrijwilligers. Het is heel fijn om te zien dat fondsen precies weten waarom je het doet. Al die jaren heb ik alle steun gekregen van hen. Dat is hartverwarmend.
In de samenwerking met de gemeente was het soms zoeken. Mijn beeld is dat het controleren niet altijd ten goede komt aan gelijkwaardigheid in de omgang, terwijl je hetzelfde nastreeft. In de afgelopen 20 jaar heb ik veel ambtenaren leren kennen. Uit ervaring weet ik dat het tijd kost om je de materie van armoede goed eigen te maken. Het investeren in een langdurige relatie met de gemeente is dan ook ontzettend belangrijk.

Waardering afdeling schuldhulpverlening
Bij de uitvoerende gemeentelijke afdeling Schuldhulpverlening staan ze vierkant achter ons. Dat wij achter de voordeur komen en zoveel tijd, zoveel deskundigheid en zoveel aardigheid en rust brengen, wordt door hen zeer gewaardeerd.

“Maatjes brengen zoveel tijd, zoveel deskundigheid en
zoveel rust achter de voordeur.”

Werving vrijwilligers
Drie dagen na de oprichting van de stichting startte de eerste vrijwilliger. We lieten een tram rondrijden met stikkers ‘Word maatje’ en we mochten op Radio West vertellen over ons project. Mede daardoor groeide het vrijwilligersbestand naar 200 mensen.
Je wilt niet weten wat er vandaag de dag elke dag voor werk verzet wordt door deze mensen. Dit zijn vrijwilligers die echt naast de ander gaan staan. Ongeacht wat er is gebeurd in het verleden, ongeacht wat voor (financieel onverstandige) keuzes een hulpvrager heeft gemaakt. Vanuit nabijheid houden ze de hulpvrager een spiegel voor en helpen ze die op weg naar een financieel gezonde toekomst.

Succes van SchuldHulpMaatje
Ieder jaar helpen we honderden hulpvragers uit de schulden. Natuurlijk zou je daar een bedrag op kunnen plakken, maar laat die economisering maar zitten. Er worden zoveel zaken opgelost als iemand een maatje heeft, dat is niet in geld uit te drukken. Het is veel belangrijker dat mensen hun leven weer op kunnen pakken. Het is zo ingrijpend en vervelend om in de schulden te moeten leven. Je kunt het vergelijken met een ernstige ziekte. Het is verschrikkelijk. Maatjes doorvoelen en doorleven dat pas echt als ze mensen opzoeken en hun maatjesschap aanbieden. Je kunt dat pas begrijpen als je uit je eigen bubbel komt en het zelf ervaart.

Pleidooi voor preventie
Ik denk niet dat het veel helpt om kinderen op school les te geven over geld en schulden. Onderwijs verdampt, komt vaak niet op het goede moment en leerlingen staan niet altijd op de ontvangstand. Beter is het om bij beginnende schulden steun te bieden. Ik zie daar nog een betekenisvolle taak weggelegd voor mijn opvolger Elmar Hommes. Den Haag heeft een groep van tussen de 90.000 en 120.000 mensen die grote kans maken op schulden. Daar is nog voldoende preventiewerk aan de winkel, want voorkomen is beter dan genezen.

Wethouder van Den Haag
Als ik wethouder van Den Haag zou worden, zou ik zeggen: “beste vrijwilligersorganisatie kom maar op met jullie plan. Of dat nu gaat om te groeien naar 400, 800 of 1000 vrijwilligers, rol jullie professionaliseringslag maar uit in de stad. Wij geven jullie alle steun.”

Sacrament van de dialoog
Ik heb mijn hele leven kracht geput uit mijn spirituele leven. Spiritualiteit is voor mij een gevoel dat je verbonden bent met het eeuwige, maar het ontstaat ook in het contact met de ander. Tijdens mijn loopbaan ben ik een aantal mooie mensen tegengekomen die mij gevormd hebben. Daar ben ik heel blij mee. Dialoog, daar draait het leven om. Samen praten is – en blijft – heel belangrijk.

Ben je geïnspireerd geraakt door het verhaal van James en wil je ook maatje worden?

Meld je aan!

Interviewer: Ruud Nannes
Auteur: Hilde van Leenen

De verhalen van Bouwlust

Geplaatst op 19 februari 2021

Het is 9 uur ‘s morgens en ik loop mee met maatjes Ad en Martin. Vandaag ben ik op bezoek bij het inloopspreekuur in het Wijkcentrum Bouwlust in Escamp. Ik wil eens zien hoe het gaat bij het inloopspreekuur.

Ik ben clean
Meneer komt binnen met een vrolijk gezicht. Hij krijgt namelijk hulp. Het is de tweede afspraak met Ad en Martin en hij krijgt hulp bij zijn toeslagen. “Ik word knettergek van de administratie!”
Martin haalt een kopje koffie voor meneer en we maken een rustig praatje. Meneer geeft aan dat hij verslaafd is aan “alles” maar dat drank de grootste boosdoener is. “Ik ben clean sinds 29 oktober 2011 en kies er nog steeds elke dag voor om niet te drinken.” Hij voegt eraan toe dat hij in één keer alles kan verpesten door weer aan de fles te gaan, daarom noemt hij zichzelf altijd nog ‘verslaafd’.

Les
Ad heeft twee schermen meegenomen, meneer zit achter het ene scherm en Ad kijkt mee op het andere scherm. Ik zie helemaal niets maar kijk als een toeschouwer naar het gesprek tussen maatje en hulpvrager. Het doet me denken aan vroeger toen ik rijles kreeg en Ad is een bijzonder vaardige rijinstructeur. “Als je op dat pijltje klikt rechtsboven, zie je een menuutje, dan klik je op knippen, dan ga je naar ons eigen mapje, dat we net hebben aangemaakt”, spreekt maatje Ad. Zo te zien volgt meneer alle aanwijzingen trouw op.

Toeslagen aanvragen
Meneer vertelt me tussendoor dat het nu beter met hem gaat. Hij is een sponsor en helpt als ervaringsdeskundige andere verslaafden. En nu leert hij ook om toeslagen aan te vragen. Meneer vertelt me dat hij trots is op zijn dochter, die rechten studeert. Ze heeft wel het contact verbroken en hem inmiddels acht maanden niet gesproken, maar dat komt wel weer, zegt hij met een lichte twijfeling in zijn stem.

Succes ermee…
Maatje Hans is ook aangekomen op het inloopspreekuur. Hij heeft het tweede gesprek met zijn hulpvrager. Meneer vindt het goed dat ik aanschuif.
Meneer heeft hartkwalen en suikerziekte. Hij vertelt me dat hij slecht slaapt en daarvoor pillen slikt. Meneer komt van ver, dat is duidelijk. Hij is vijf jaar dakloos geweest.
Hij overhandigt een stevige map met papieren aan maatje Hans. We zien in dit gesprek een andere uitdaging. Meneer schuift de map namelijk door naar maatje Hans. Ik hoor hem denken: “Succes ermee…”

Geachte heer/mevrouw,
We vertellen meneer dat we niet zijn problemen van hem overnemen en we vragen welke stap hij zelf wil zetten. Dit leidt tot enige verbazing, misschien zelfs lichte irritatie. Na wat morren komen we samen tot de conclusie dat het een goede stap is om een brief te schrijven naar de schuldeisers over de laatste stand van de schulden.
“Ik weet niet hoe dat moet, kunnen jullie dat niet doen?” We laten ons wederom niet verleiden en maken er een kleine brainstormsessie van: wat moet er in de brief staan? Schiet maar! Meneer zegt: “Geachte heer/mevrouw,” Nou, dat leek ons een uitstekend begin. En na een beetje sparren komen we toch met een aardige brief.

Bouwlust
Iedere hulpvrager heeft zijn eigen unieke verhaal. Toch zie ik wel terugkerende thema’s. Mensen voor wie het leven anders is gelopen dan gehoopt of die niet uit een warm nest komen. Voor deze mensen is het leven op zich al een hevige strijd. Vechten tegen een alcoholprobleem of je druk moeten maken om een dak boven je hoofd. Het is maar goed dat ze in Bouwlust een maatje hebben om hen te helpen met de schulden.

Filmavond “Vergeef me mijn schulden”

Geplaatst op 17 februari 2021

“Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.”

Het is dinsdagavond 16 februari en ik ben nog op kantoor… De rechter heeft besloten dat de avondklok per direct wordt ingetrokken, dus ik heb ruim de tijd om met een groep betrokken maatjes een discussie te voeren over de documentaire “Vergeef me mijn schulden” van 2DOC!

WSNP
De documentaire toont de hoorzitting van tien mensen die voorkomen bij de rechtbank Den Haag over de WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen). Zij proberen aanspraak te maken op de schuldsanering en de rechter toetst of de schulden te goeder trouw zijn ontstaan.

Schuldenvrij leven
De verhalen zijn divers maar hebben gemeen dat ze altijd gaan over menselijk leed en over een complexe samenleving die veel van je vraagt. Het zijn verhalen van kwetsbaren die vechten voor een nieuwe kans op een schuldenvrij leven. Klap op klap gehad, even uitgeschakeld zijn en dan verzuipen in de beslagleggingen en incassobrieven. En die mensen kijken, letterlijk, omhoog naar een rechter die een oordeel velt of je een tweede kans verdient.

Voorbereiding WSNP-zitting
Tijdens de discussies delen maatjes ervaringen met elkaar. Hoe kun jij een hulpvrager goed voorbereiden op een zitting bij de WSNP-rechter? Kun je je vinden in alle uitspraken van de rechter? Welk perspectief heeft een jongere als hij geweigerd wordt voor de WSNP? We zien duidelijk terug dat de mensen die toe worden gelaten, vaak ook verantwoordelijkheid nemen over hun leven. Een maatje speelt een grote rol om de hulpvrager te ondersteunen bij het nemen van verantwoordelijkheid.

Het is half 9 en ik zie dat de avondklok inmiddels weer van kracht is. Helaas moet ik een mooie discussie afbreken om op tijd thuis te zijn.

Wil je ook meedoen aan een SchuldHulpMaatje filmavond? Hou dan het forum en de nieuwsbrief in de gaten voor nieuwe evenementen!

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Onze nieuwsbrief komt zeven keer per jaar uit. De nieuwsbrief is in de eerste plaats gemaakt voor onze vrijwilligers, maar we delen onze artikelen graag met iedereen die geïnteresseerd is.

Aanmelden