Naam & Selfie foto | Kwint Havermans |
Maatje sinds | Sinds 2019 als maatje en sinds 2020 als SchuldHulpMaatje Jong coördinator. Irene had deze rol als betaalde baan voor drie dagen per week en ik ben onder haar coördinatorschap begonnen als Jong-maatje. Op een gegeven moment werd ik benaderd door James met de vraag of ik het over wilde nemen. Dat vond en vind ik echt fantastisch, maar in verband met mijn fulltimebaan, ben ik dit samen gaan doen met Juliette. Bij Jong doen wij alle intakes zelf voordat we hulpvragers koppelen aan een maatje. Samen hebben we nu 44 maatjes, houden de vinger aan de pols en proberen ook te bedenken welke kant ze op willen met Jong ( o.a. over groei). |
Ik ben verder lekker druk met …. | Mijn partner, vrienden en familie en met mijn werk bij het ministerie van Financiën. |
Welke niet te bedwingen overtuiging, of welk stukje wereldbeeld, verklaart dat ik juist dit vrijwilligerswerk doe bij SchuldHulpMaatje?
Heel concreet is mijn interesse in SchuldHulpMaatje gewekt toen ik ooit in een nieuwsbericht of documentaire geconfronteerd werd met het concrete aantal gezinnen in Nederland dat in problematische schulden verkeert. Ik schrok daarvan. Ik hou zelf enorm van contact met andere mensen en ik help graag mensen. Ik was in die tijd gestopt met het geven van handbooglessen en zocht invulling van deze tijd. Via een moeder van een vriendin hoorde ik goede dingen over de stichting en via Google kwam ik bij SchuldHulpMaatje terecht. Ik werd in het eerste gesprek direct aangesproken door de focus op zelfredzaamheid. Dat strookte mooi met mijn persoonlijke overtuigingen.
Mijn werk heeft op papier veel met cijfers te maken, maar SHM-werk doe ik omdat ik met mensen bezig ben. Grappig vond ik dat je in de cursus reader kunt lezen dat er vaak financiële types op dit vrijwilligerswerk afkomen. Maar cijfers hebben nooit alleen met cijfers te maken. Het gaat om de reden waarom de cijfers zijn zoals ze zijn. Op het ministerie van Financiën ben ik niet de slimste met Excel-sheets, maar wel goed in contacten leggen.
Ik heb de Jong-opleiding gedaan, dat is een ééndaagse training na de standaardopleiding. Hierin wordt vooral ingegaan op de psyche van jongeren die toch nog anders werkt. Het vasthouden van jonge hulpvragers werkt ook anders. Het vraagt om directe opvolging, liefst nog op de dag dat ze contact zoeken.
Veel jongeren beginnen met een achterstand, een valse start. Er is een levendige drang om deze start nog goed te maken. Hun motivatie is vaak sterk en verfrissend. Alles kan nog goedkomen is hun beeld. Dat werkt extra motiverend voor mij. Ook zijn er veel jonge moeders bij die door de vaders zijn verlaten. Dat doet me veel. Jongeren krijgen ook meer kansen in de maatschappij. Er zijn meer initiatieven en instanties die ze hulp aanbieden, niet alleen op schulden gericht, maar ook breder, zoals opleidings- en stageprogramma’s.
Hoe langer ik bij SHM rondloopt hoe meer ik ga geloven dat tijd van vrijwilligers heel veel waard is.
Wat zouden mijn hulpvragers geheid over mij (als hun gemeenschappelijke maatje) zeggen, mochten ze een keer met elkaar een Haags bakkie doen?
Ik denk dat mijn hulpvragers mij als eerste “gezellig” zouden noemen. Ik hou ervan om, waar mogelijk, veel tijd te nemen om te praten met mijn hulpvragers. Mijn afspraken zijn altijd lang. Ook op werk en in mijn privéleven is menselijk contact belangrijk voor me, maar bij hulpvragers heeft het extra mijn focus. Ze zijn vaak eenzaam of ze houden voor mensen veel achter, maar toch hebben de meesten wel behoefte om te praten. Ik vind het belangrijk dat hier ruimte voor is, dat het contact niet geheel zakelijk gericht is op de map of de rekeningen. Ook heb ik gemerkt dat je op deze manier uiteindelijk ook alle rekeningen boven tafel krijgt. Zo is het ook functioneel. Het doet goed om in te gaan op de interesses van de hulpvragers en ze zo te zien oplichten.
Had ik een aanname/verwachting toen ik begon als maatje, waarop ik toch echt heb moeten terugkomen? Welke is dat en waarom?
Ik heb bewust geprobeerd zonder aannames aan mijn werk als maatje te beginnen. De voornaamste verwachting die denk ik toch speelde, was dat ik ervan overtuigd was dat als je als jongere in Nederland altijd wel een redelijk duidelijk pad kunt bewandelen waarmee het mogelijk is uit de schulden te komen, of schulden in zijn geheel te omzeilen. Ik ben daar onderhand deels van teruggekomen. Regelmatig kom ik weer nieuwe, lastige situaties tegen waarbij ook ik door de bomen het bos niet meer zie. Ik realiseer me door dit vrijwilligerswerk goed dat ik met mijn 25 jaar oud in de grootst mogelijke bubbel op aarde leef met mijn groep kennissen en vrienden, die ook allemaal goed af zijn.
Toch betrap ik mezelf erop dat ik tijdens elk gesprek al wel een stuk of vijf aannames doe. Het doen van aannames is menselijk, maar je moet ze meteen weer naast je neer kunnen leggen.
Welke “levensles” heeft een hulpvrager mij geleerd?
Eén van mijn hulpvragers is een jongen die al lang bij ons bekend is. Ik heb het contact van Irene overgenomen. Zijn dossier is meer dan 80 contactmomenten lang met veel ups en downs. Ik vond altijd dat ik zelf een flinke dosis doorzettingsvermogen had, maar na al mijn contact met hem begrijp ik pas echt wat doorzetten betekent. Hij heeft met obstakels te maken die ik mezelf voorheen niet eens had kunnen inbeelden. Toch blijft hij nog altijd dapper doorgaan. Hij komt altijd bij ons terug en harkt dingen bij elkaar om steeds een uitweg te vinden om uit problemen te komen. Bij Jong zijn hulpvragers heel moeilijk vast te houden, maar deze komt terug en houdt hoop. Heel indrukwekkend.
Ik heb de luxe om te kiezen of ik iets doe of niet doe, maar door hem heb nu al paar keer besloten wel door te gaan met iets. Ik deed boogschieten als sport. Door blessures ben ik daarmee gestopt en ben ik naar sporten op een sportschool overgestapt. Ik heb hem horen praten over zijn passie voor voetbal en dat hij dat graag zou willen oppakken als hij wat stabieler is. Daarna heb besloten het handboogschieten weer op te pakken en voor de moeilijkere weg te kiezen.
Maak ik ook wel genoeg lol met de hulpvrager?
Zeker, ik moet zeggen dat ik bij vrijwel al mijn contacten met hulpvragers probeer om wat lol te maken en over andere onderwerpen te kletsen, ondanks de soms schrijnende orde van de dag. Ik maak graag grapjes, maar let ook wel op de timing en waarover om het juiste effect te hebben.
Hoe zorg ik er zelf voor dat ik als maatje met een frisse blik blijf kijken naar mijn hulpvrager? En wat heb ik vanuit de SHM-organisatie nodig om dit te stimuleren?
Een groot voordeel dat ik heb, is dat ik samen met Juliette Wareman SchuldHulpMaatje Jong coördineer en wij ook alle intakes voor nieuwe hulpvragers samen verzorgen. Hierdoor spreek ik erg veel verschillende hulpvragers en maatjes, waardoor ik niet compleet in één enkel traject opga. Als ik mijn eigen hulpvragers dan weer spreek dan heb ik vaak tussentijds weer zoveel meegemaakt dat ik er vrij fris in zit. Ik vind het wel een uitdaging om die frisse blik te delen met de maatjes die ik als coördinator begeleid. Het verbinden van Jong-maatjes aan elkaar blijkt een van de grootste uitdagingen te zijn binnen Jong. Ik spreek ze allemaal, maar onderling gebeurt dat weinig. We hadden voor corona nog maatjesavonden, onlangs was er een digitale bijeenkomst, maar de opkomst is beperkt. Niet elk maatje heeft de tijd of de behoefte. In september organiseren we weer een intervisieavond voor Jong.
Wat vertel jij als eerste als iemand je vraagt naar je werk als SchuldHulpMaatje?
Ik vertel vaak als eerste vol trots over de grote groep vrijwilligers die zich enorm inzetten om anderen te helpen. Dat is voor mij één van de meest indrukwekkende aspecten van de stichting. Vanaf het eerste moment dat ik hier binnenliep, ben ik enorm op gaan kijken tegen alle vrijwilligers die zich vol overgave op het werk storten. Tuurlijk, ik steek er ook veel tijd in en doe mijn best, maar ik ben steeds weer onder de indruk van wat ik hoor en zie van andere vrijwilligers. Het inspireert enorm.
Ik vraag me af hoe het komt dat de overheid zo tekortschiet in het bieden van praktische oplossingen en het doen van een handreiking om schulden te verminderen i.p.v. deze te laten oplopen. Wat zou ik als maatje kunnen doen om de rol van de overheid te beïnvloeden en verbeteren?
Deze vraag sla ik over, ik ben het er niet volledig mee oneens maar ik ben natuurlijk ook Rijksambtenaar ?.
Welke andere vraag mag zeker niet ontbreken in de volgende selfie reflectie rubriek?
Wat merk ik bij mezelf aan gedragsverandering(en) sinds ik bij SchuldHulpMaatje actief ben?