werk als Online Marketeer, mijn twee kinderen van 5 en 7, gadgets, PSV, fitness, koken
Welke niet te bedwingen overtuiging, of welk stukje wereldbeeld, verklaart dat ik juist dit vrijwilligerswerk doe bij SHM/JHM?
Mijn werkgever – financieel dienstverlener Aegon – heeft een MVO-programma, Van Schulden naar Kansen. Zij bieden vanuit dat programma werknemers de kans zich aan te sluiten bij een goede doelenorganisatie zoals SchuldHulpMaatje. Van elk uur dat je als vrijwilliger hieraan besteedt, krijg je van de werkgever een half uur. Ik ben zelf in financiële zekerheid opgegroeid en heb een zeer stabiele thuissituatie gekend. Nu zit ik bij een werkgever die graag haar werknemers iets voor de maatschappij wil laten betekenen. Dit voelde voor mij als hét moment om anderen te helpen. Door mijn werk, maar ook door mijn interesse en achtergrond in financiën past SchuldHulpMaatje erg goed bij mij. Omdat Aegon mij vrij laat om mijn werk zelf in te delen kan ik soms ook tijdens werktijd met hulpvragers afspreken op het kantoor van SchuldHulpMaatje. Tegenwoordig moet je goed bij de pinken zijn om financieel verantwoorde keuzes te maken. Het wordt mensen niet makkelijk gemaakt, vind ik. Denk daarbij aan zaken als sociale druk (“op Facebook en Instagram zie ik dat anderen het continu beter voor elkaar hebben dan ik”) en ingewikkelde regelgeving (toeslagen die vooraf uitgekeerd worden maar achteraf weer verrekend moeten worden). Dan is het niet verwonderlijk dat er mensen tussen wal en schip dreigen te raken. Dat motiveert mij in mijn vrijwilligerswerk. Ik ben in Nederland vast de enige online marketeer die geen Facebook-account meer heeft. Ik knapte af op de druk die sociale media met zich meebrengt. Het delen van succesverhalen. Het scoren van likes. De druk voelen ook leuke dingen te plaatsen. Het eindeloos en doelloos scrollen iedere avond op de bank. Op een dag besloot ik het roer om te gooien en Facebook te verwijderen. Een Instagram account heb ik nooit gehad. Alleen op LinkedIn ben ik beperkt actief.
Wat zouden mijn hulpvragers geheid over mij (als hun gemeenschappelijke maatje) zeggen, mochten ze een keer met elkaar een Haags bakkie doen?
Dat ik betrokken en meegaand ben, maar af en toe ook wel streng kan zijn. Om financieel weer gezond te kunnen worden, moet er soms stevig ingegrepen worden. Dat is nooit makkelijk. Daarnaast probeer ik niet alleen voor financiële problemen aandacht te hebben, maar ook voor sociale problemen. Dat is vaak nauw met elkaar verweven. Ik heb nu een hulpvrager die structureel meer uitgeeft dan dat er binnenkomt. Ze kiest er dan bijvoorbeeld voor om iets leuks te gaan doen, maar dat kan eigenlijk niet door de schulden. Dat zijn moeilijke gesprekken. Anderzijds: mijn hulpvrager heeft een zoontje die uit huis is geplaatst, ze zit in een PGB-traject en er lopen rechtszaken. Ze wil de volledige voogdij terug, maar dat gaat niet zo eenvoudig als het lijkt. Ondertussen wordt haar zoontje heen en weer gesleept tussen wonen bij de moeder en bij anderen. Logischerwijs zit veel er verdriet bij de hulpvrager. Dan begin ik een gesprek niet koud met “hoe gaat het met de huurachterstand?”
Had ik een aanname/verwachting toen ik begon als maatje, waarop ik toch echt heb moeten terugkomen? Welke is dat en waarom?
Ik dacht vroeger dat mensen schulden meestal zelf veroorzaakt hadden. Ik kom zelf uit een warm nest waar de bomen weliswaar niet tot in de hemel groeiden, maar waar geld eigenlijk nooit een ‘issue’ was. Nu ik ‘met de poten in de klei sta’, zie ik dat het helemaal niet zo zwart-wit is. Financiële zorgen zijn in mijn ogen vergelijkbaar met een moeras. Mensen zakken er vaak onwillekeurig steeds verder in weg. Schulden aflossen door nieuwe schulden te maken, etc.
Maak ik ook wel genoeg plezier / lol gemaakt voor en met de hulpvrager?
Ik probeer voor voldoende afleiding te zorgen. Soms spreken we af in een cafeetje om een kop thee te drinken of we gaan naar een speelgoedwinkel om met een Ooievaarsbon een cadeautje te kopen voor een kind.
Hoe zorg ik er zelf voor dat ik als maatje met een frisse blik blijf kijken naar mijn hulpvrager? En wat heb ik vanuit de SHM-organisatie nodig om dit te stimuleren?
Soms spreek ik samen met de coördinator (Conrad Jacobs) af met mijn hulpvrager. Zo’n extra paar ogen helpt vaak bij het vinden van nieuwe invalshoeken. In begin van een hulptraject is Conrad er altijd bij. Daarna spreken we elkaar als hij ook op kantoor is en soms app ik met hem om even te sparren.
Wat vertel jij als eerste als iemand je vraagt naar je werk als schuldhulpmaatje?
Dan verwijs ik vaak naar de uitspraak van Het Schaep met de Vijf Pooten: ‘we benne op de wereld om mekaar te hellepen, nie-waar?’ Ik probeer het verder bij mezelf te houden. Dit vrijwilligerswerk past bij mij. Ik heb niet de illusie armoede uit de wereld te kunnen helpen, maar als ik maar 1 iemand kan helpen bij het bieden van financieel inzicht en het verkleinen van een schuldenlast, dan ben ik al blij.
Ik vraag me af hoe het komt dat de overheid zo tekort schiet in het bieden van praktische oplossingen en het doen van een handreiking om schulden te verminderen i.p.v. deze te laten oplopen. Wat zou ik als maatje kunnen doen om de rol van de overheid te beïnvloeden en verbeteren?
Ik denk dat mijn individuele rol daarin beperkt is, maar als organisatie kunnen we zeker een vuist maken. Het helpt daarbij dat een prominent politiek figuur als Jan Peter Balkenende zich hard maakt voor onze organisatie. Ik hoop ook dat de toeslagenaffaire een goede les voor de overheid is geweest.
Wat merk ik bij mezelf aan gedragsverandering(en) sinds ik bij SchuldHulpMaatje actief ben?
Ik ben minder oordelend over anderen geworden, merk ik. Als er vroeger iemand op TV zei dat echte armoede ook in Nederland bestaat, dan dacht ik: “flauwekul, armoede is er in Afrika.” Nu weet ik wel beter.
Heb ik inmiddels al een goed idee of zelfs conclusie getrokken over wat de belangrijkste oorzaken zijn waardoor mijn hulpvragers in de schulden zijn beland? En besteed ik voldoende aandacht aan deze oorzaken in onze gesprekken?
De oorzaken zijn heel wisselend: baan kwijt, scheiden, een mindere periode in het leven, enzovoort, enzovoort. Het belangrijkste blijft dat mensen vaak geen inzicht hebben in hun inkomsten en uitgaven. Ze realiseren zich niet dat ze al een tijd lang meer uitgeven dan ze ontvangen. Binnen de kortste keren lopen de schulden op en voor ze ’t weten, belanden ze in het eerdergenoemde moeras.
Welke andere vraag mag zeker niet ontbreken in de volgende selfie reflectie rubriek?
Hoe bewerkstellig en stimuleer ik bij mijn hulpvrager een duurzaam financieel herstel?