Maatje Selfie Reflectie Paul van Waasdijk

Geplaatst op augustus 22, 2022

Naam & Selfie foto

Paul van Waasdijk
Maatje sinds2016
Ik ben verder lekker druk met:Mantelzorg, Ambassadeur Den Haag, YMCA Den Haag, de opvoeding van mijn kinderen en  Nederlandse les aan een Oegandese vluchteling

1) Welke niet te bedwingen overtuiging, of welk stukje wereldbeeld, verklaart dat ik juist dit vrijwilligerswerk doe bij SHM/JHM?

Ik ben een gelovig mens en ik meen dat je niet moet leven naar “Me, Myself and I”. Een beetje op elkaar letten en uit jezelf je medemens in nood een beetje helpen kan nooit kwaad. Ik doe ook vrijwilligerswerk bij andere organisaties. Sinds januari bij de YMCA-Den Haag toen ik stopte als voorzitter bij Stichting Cultureel Beheer. Ik ben ambassadeur/city host bij Ambassade van Den Haag, waar ik promotionele activiteiten ondersteun voor onze stad door het begeleiden van toeristen in de zomer. Ook ben ik mantelzorger voor twee ouderen. Ik zat zelf tijdelijk financieel aardig klem, maar wist wel dat ik met geld om kon gaan. In die tijd zag ik om me heen wat er gebeurde en kwam ik terecht bij de voedselbank. Daar zie je mensen die je normaal niet ziet, hoorde verhalen en zag schrijnende gevallen. Dat was een confrontatie die me heeft getriggerd. Bij SHM kwam ik terecht door een advertentie. Toen dacht ik “ik kan mensen met schulden helpen”. James, de vorige directeur van SHM, daagde me eerst wel uit. Ik legde hem uit dat ik krap zat, maar zelf geen schulden had. Toen ben ik toch aangenomen. Ik ben de enige in de familie die niet van jongs af aan christelijk is opgevoed,. Toen ik 16 werd, vroeg mijn moeder of ik catechisatie wilde volgen omdat ze zich schuldig voelde dat ik niet christelijk was opgevoed. Ik kwam in de Kloosterkerk terecht waar ik als kind gedoopt ben. Ik vroeg waarom Christus gestorven was. Met het antwoord “voor onze zonden” kon ik niets. Ik was er wel altijd in geïnteresseerd hoe mensen hun geloof beleefden. Toen ging ik een keer met een vriend mee naar de Remonstranten kerk. Daar mocht je roken. Het was in de periode dat de pil werd verboden door de Paus, deze pastoor was voor de pil. Ik ben uiteindelijk bij de Doopsgezinden (vrijdenkers) gegaan. Dat past bij mij. Het Nieuwe Testament staat vol met doe wat voor de medemensen. Dat doe ik, zonder mezelf te verliezen. Maar of je nu wel of niet gelooft, iedereen zou dat moeten doen.

2) Wat zouden mijn hulpvragers geheid over mij (als hun gemeenschappelijke maatje) zeggen, mochten ze een keer met elkaar een Haags bakkie doen?

Geen idee! Dat is mijn eerste reactie op deze vraag. Ik zou om te beginnen het woord “bakkie” laten vervallen. ?  “Haags bakkie” is een “klein kopje koffie” omdat je te gierig bent om een behoorlijke kop koffie te schenken. Tja, ik blijf geschiedenisleraar.

Of mijn hulpvragers ook deze leraar in mij ervaren?
Ik vraag hen hoe het gegaan is na ons laatste contact. Ik zeg bijvoorbeeld wel, na eerst uitleg gegeven te hebben, iets als “voor de volgende week is jouw opdracht een rode ordner te kopen met tabbladen, omdat dat je helpt bij het puinruimen en om overzicht te krijgen”. Wat ik zeg is per client verschillend uiteraard. Er moet bovenal eerst vertrouwen geschapen worden. Maar daarna is het doel dat mensen zelf aan de slag gaan. Ze kunnen niet altijd weten hoe, dus dan heb je wel iemand nodig die uitlegt hoe en hen begeleidt.

Dat ik roep geen idee te hebben wat ze over mij zeggen, komt denk ik door hoe ik erin sta. Ik ga altijd naar “Augustus” in de Reinkenstraat, we nemen een kop koffie, nemen dingen door en maken plannen, maar ik zie mezelf niet als vriend. Ik heb geen enkele behoefte aan evalueren over hoe ik word ervaren als maatje. Maar nu ik er toch even over nadenk, denk ik dat ze zeggen dat ik hen help hun zelfrespect terug te geven, maar tegelijkertijd zullen ze zeggen “ja, Paul heeft wel verwachtingen en hij wil resultaat zien”. Begrijp me goed, ik vind het niet erg als iemand een terugval heeft. Dan pak je ze weer op. Maar ik vind het wel belangrijk dat iemand moet willen en gemotiveerd is.  

3) Had ik een aanname/verwachting toen ik begon als maatje, waarop ik toch echt heb moeten terugkomen? Welke is dat en waarom?

Aanvankelijk dacht ik, SHM doet schuldhulpverlening. Je gaat meteen aan de slag en allerlei mogelijke dingen doen met die mensen, maar ik kwam erachter dat ik eerst allerlei cursussen moest volgen en ik ben wel op acht of negen bijeenkomsten geweest. Ik wist niet dat het zo intens was en dat het zo’n grote organisatie was. Ik ben meegegaan in de flow en heb veel geleerd voordat ik mijn eerste cliënt kreeg. Dat eerste traject is goed gegaan. SHM schept de voorwaarden die je nodig hebt om je werk als SchuldHulpMaatje goed of zo goed mogelijk te kunnen doen. Niettemin krijg je ook voldoende vrijheid om jouw eigen invulling te geven aan de wijze van begeleiden van de betrokken cliënt.  

4) Welke “levensles” heeft een hulpvrager mij geleerd?

Dat je ertoe doet! Ik stond hier niet zo bij stil. Ik deed wat ik moest doen, met overtuiging, maar dat was het dan, maar gaandeweg in het contact en de interactie met de hulpvrager laat deze je weten dat je belangrijk bent en ertoe doet. Dat gaf mij een andere kijk op de zaak en dat was heel prettig. Ik had dat al jaren niet meer meegemaakt. Dat heeft vooral te maken met het feit dat ik sinds het verliezen van mijn baan als leraar, ondanks ontelbare sollicitaties, nergens meer ben aangenomen. Voor de hulpvrager geldt dus hetzelfde als voor mij als SchuldHulpMaatje; je doet ertoe.  

5) Maak ik ook wel genoeg plezier / lol gemaakt voor en met de hulpvrager?

Los van het app en telefonisch contact, spreek ik ook met enige regelmaat met de cliënt af om samen ergens een kop koffie te drinken. Dit heeft bij mij drie redenen;
1) Het is goed voor het cliëntenvertrouwen in het maatje;
2) Het is niet goed om elkaar lang niet te zien en
3) er komen altijd dingen boven water die via de apps minder makkelijk gemeld worden.
Wat betreft “lol” maken ben ik wat voorzichtig, daar ik me wel verantwoordelijk voel voor de taak die ik op me heb genomen. Enig gezag is daar naar mijn mening wenselijk bij. Ik vind een kopje koffiedrinken en elkaar van tijd tot tijd zien gewoon noodzakelijk. Dat we af en toe praten over iets anders dan het traject en schulden is iets anders, dat gebeurt natuurlijk ook en tuurlijk lachen we wel eens om iets. Maar, primair is het mijn taak dat de persoon een acceptabel leven krijgt zonder schulden. In mijn optiek verdien je gezag en is dit een beetje nodig om tot een resultaat te komen, om tot actie te komen. Daar zit ik voor. En tuurlijk, zo veel mogelijk in een ontspannen sfeer. Daarom spreken we af in een leuke, informele lunchroom. Grapjes komen als ze komen.  

6) Hoe zorg ik er zelf voor dat ik als maatje met een frisse blik blijf kijken naar mijn hulpvrager? En wat heb ik vanuit de SHM-organisatie nodig om dit te stimuleren?

Ik denk dat de voorlichting en cursussen van SchuldHulpMaatje hier toereikend in zijn. Echter, dat ervaart een ieder op zijn/haar eigen wijze. Je zal daarin je eigen weg moeten vinden. Leg als organisatie een goede basis, maar overspoel de maatjes in elk geval niet met van alles dat ze niet direct nodig hebben. Naar mijn mening loop je dan het risico dat ze afhaken.   Zelf hou ik een frisse blik door het lezen van de nieuwsbrief. Daar staan allerlei dingen in waarvan je gebruik kunt maken in de praktijk. Uit het aanbod maak ik een persoonlijke keuze.  

7) Wat vertel jij als eerste als iemand je vraagt naar je werk als schuldhulpmaatje?

Ik vertel dat het werk leuk is om te doen en dat het voldoening geeft. En mocht iemand interesse hebben om ook maatje te worden dan geef ik het advies om na te denken over hoeveel cliënten je tegelijk kunt helpen, afhankelijk van wat bij je past. Voor mij geldt; liever één goed en met volle overtuiging dan vijf maar half.  

8) Ik vraag me af hoe het komt dat de overheid zo tekortschiet in het bieden van praktische oplossingen en het doen van een handreiking om schulden te verminderen i.p.v. deze te laten oplopen. Wat zou ik als maatje kunnen doen om de rol van de overheid te beïnvloeden en verbeteren?

Daar ben ik het maar ten dele mee eens. De overheid doet een hoop, en zeker in vergelijking met landen om ons heen waar vele schrijnende gevallen zijn. Maar niet alles kan perfect zijn. Zeker niet als het om de capaciteit voor vluchtelingen en illegalen gaat. Daarom blijft er voor ons als maatjes een hoop werk te doen.
In het algemeen zijn wij een land met veel regels vanuit het rijk, maar weinig voortgangscontrole, en dan loopt de communicatie vaak niet goed. Het is niet allemaal slecht, maar het werkt alleen niet allemaal even goed. Het sleutelwoord hierbij is in mijn beleving “communicatie” en ook belangrijk is de voortgang controleren en zaken niet op hun beloop laten. Je kunt klagen of actie nemen. Controleer als maatje of afspraken nagekomen worden, beloofde acties ingezet worden. Ik vraag cliënten, heb je al antwoord van de gemeente? Zo niet, dan herinner ik hen eraan nog een keer te bellen. Indien er dan nog geen antwoord komt, ga ik zelf bellen. Als de cliënt zijn/haar best doet om met de gemeente goed te communiceren en er weer niets wordt gedaan vanuit de gemeente, dan kunnen ze hierbij mijn hulp wel eens gebruiken.    

9) Hoe heb ik de praktijk na de SchuldHulpVerlening-basistraining ervaren en wat heb ik gemist?

Ik vond de basistraining prima in elkaar zitten en ook de docenten stonden open voor allerhande vragen. Ik heb niets gemist.  

10) Welke andere vraag mag zeker niet ontbreken in de volgende selfie reflectie rubriek?

Hoe ga ik als maatje om met het verslag doen van de voortgang van het begeleidingstraject van de hulpvrager in het digitale dossier / systeem en de daarbij horende verwachting die de SchuldHulpMaatje organisatie hiervan heeft?