Tobben met taal

Geplaatst op mei 7, 2024

Wat is het verschil tussen laaggeletterdheid en analfabetisme? Hoe kom je erachter of iemand laaggeletterd is? En hoe kan je diegene dan het beste helpen?

Voor SchuldHulpMaatjes zijn deze vragen belangrijk. Want een aanzienlijk deel van de mensen met problematische schulden heeft ook problemen met taal, met schrijven, met lezen. Daarbij denk je misschien in eerste instantie vooral aan migranten. Maar juist bij in Nederland geboren mensen is het tobben met taal een grote bron van schaamte. Inmiddels hebben 2,5 miljoen Nederlanders moeite met het lezen en begrijpen van officiële brieven. En die groep is groeiende.

Dat is niet verwonderlijk met het onderwijs dat onder druk staat en een kwart van de 16-jarigen die met een taalachterstand de school verlaat. Ondertussen passen instanties als de Belastingdienst en gemeenten hun taalgebruik hier niet op aan. Omdat hun brieven vaak essentiële financiële informatie bevatten, is de link met de schuldhulpverlening evident. Wie een brief niet begrijpt, voelt zich al gauw minderwaardig of dom en schakelt daarom vaak geen hulp in. Post verdwijnt, wordt in een la gemoffeld, met alle vervelende gevolgen van dien.

Laaggeletterdheid speelt een dergelijk relevante rol binnen ons maatjesvrijwilligerswerk dat we er regelmatig aandacht aan geven.

Onlinetraining Laaggeletterdheid en financiën
In de 60 minuten durende onlinetraining Laaggeletterdheid en financiën (te vinden in de Online Leeromgeving van Sinc, ons hulpvragerssysteem) leer je als SchuldHulpMaatje wat laaggeletterdheid is, hoe je het herkent en wat jij kunt doen als maatje van een laaggeletterde.

Een laaggeletterde is iemand die wel kan lezen en schrijven, alleen niet goed genoeg om helemaal mee te doen in de samenleving.

Dit in tegenstelling tot analfabetisme, waarbij iemand letterlijk het alfabet niet kent en hierdoor helemaal niets van tekst begrijpt of kan produceren. Sinds de invoering van de Leerplicht komt dit bij mensen die in Nederland zijn opgegroeid gelukkig heel weinig voor.

Gesprekstechnieken: een aanvullende praktische training
Voor SchuldHulpMaatje Den Haag geeft externe trainer Cindy Wismeijer in aanvulling op de hierboven genoemde theoretische e-learning jaarlijks een praktische training in gesprekstechnieken rondom laaggeletterdheid. Zij legt helder uit dat laaggeletterden vaak taalproblemen ervaren door minimaal twee van drie achterliggende oorzaken: de thuis-, school- en persoonlijke situatie.

Denk daarbij aan: er is vroeger thuis weinig samen gelezen, iemand heeft gebrekkig onderwijs gehad, of er zijn persoonlijke factoren in het spel, zoals (ernstige) dyslexie.

De kennis en technieken van Cindy zijn vooral gebaseerd op tips van ervaringsdeskundigen, de zogenaamde taalambassadeurs. Dit zijn mensen die zelf laaggeletterd zijn of waren en anderen nu leren wat zij vroeger hebben gemist. Hoe je hen bijvoorbeeld het beste kan aanspreken.

In haar training biedt Cindy een veilige, ontspannen omgeving waarin je via ongedwongen rollenspellen kan oefenen met zaken als:

  • Hoe herken je laaggeletterdheid?
  • Hoe begin ik een gesprek over mijn vermoedens van laaggeletterdheid?
  • Hoe stel ik de ander zo op zijn of haar gemak dat iemand hierover durft te praten?

Onze vrijwilligers zetten kennis in bij Mijn Buuf
Twee SchuldHulpMaatjes die hun kennis over laaggeletterdheid dagelijks in de praktijk brengen zijn Judith Verbaarschot en Roekshanna Hassankhan. Zij werken als vrijwilliger voor stichting Mijn Buuf, een organisatie die vijf jaar geleden werd opgericht voor migrantenvrouwen die nergens anders terecht konden. Mijn Buuf is een hip, duurzaam naaiatelier waar vrouwen afgedankte stoffen doen veranderen in prachtige tassen en toilettasjes. Daarnaast biedt de stichting gezelligheid, hulp en informatie over allerhande onderwerpen, van kinderen opvoeden tot de Nederlandse taal. Veel vrouwen die bij Mijn Buuf komen hebben financiële problemen. Ook zijn veel van hen laaggeletterd.

Ervaringen delen

Judith vertelt dat zij sinds deelname aan de trainingen in laaggeletterdheid veel meer alert is op signalen hiervan. “En ik ben me bewuster van de schaamte die om het onderwerp heen hangt,” legt ze uit. “Van het vertrouwen dat je moet winnen voordat iemand hier vrij over durft te praten.” Wat vaak helpt, merkt ze, is om iets over haarzelf te vertellen. “Veel vrouwen denken: het ligt aan mij dat ik het niet snap, ik ben vreemd. Maar dat is niet zo. Ik ben notabene in Nederland opgegroeid en opgeleid, en raak soms ook in paniek van een brief. Dat vertel ik ze dan.”

Ik en mijn geld
Sinds kort geven Judith en Roekshanna ook zelf aan de vrouwen van Mijn Buuf een training genaamd “Ik en mijn geld”. Het materiaal dat ze gebruiken wordt gratis beschikbaar gesteld door Stichting Lezen en Schrijven. Ze hebben het net een beetje aangepast op de vrouwen van Mijn Buuf. Een onderdeel van de training is het omgaan met taal in officiële post. “We praten bijvoorbeeld over hoe je kan zien of een brief belangrijk is, welke post je dus echt moet bewaren.” Hierdoor krijgen de vrouwen al meer daadkracht. Maar het hoofddoel is om hen zoveel mogelijk zelfvertrouwen en autonomie te geven. “Zo ben ik ook bezig met het maken van een compacte woordenlijst met gangbare, praktische woorden,” zegt Judith.  “Dat verhoogt hun tekstbegrip en maakt hen ook weer minder afhankelijk van anderen.”

Meer weten?

Voor vragen over laaggeletterdheid of beschikbaar materiaal betreffende dit thema, mail vrijwilligerscoördinator Sandra Lintel (sandra.lintel@schuldhulpmaatjedenhaag.nl)

Auteur: Inge Schilperoord

Lees verder

Er zijn meer laaggecijferden dan laaggeletterden…

SchuldHulpMaatje start maatjestraining over laaggeletterdheid